Geen relatie met maternale of neonatale morbiditeit

Geplande locatie van bevalling

Onderzoek
Jodai Stehouwer
Jacoba van der Kooy
Johanna P. de Graaf
Alex J. Eggink
Loes C.M. Bertens
Jasper V. Been
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2018;162:D2885
Abstract

Samenvatting

Doel

Vergelijken van maternale en neonatale uitkomsten van geplande bevallingen in een eerstelijnsgeboortecentrum met die van geplande thuisbevallingen en geplande poliklinische bevallingen.

Opzet

Retrospectief observationeel onderzoek.

Methode

Wij gebruikten gegevens uit de periode februari 2009-november 2013 van 4 verloskundigenpraktijken die aangesloten zijn bij het geboortecentrum Sophia (GCS), dat grenst aan het Erasmus MC. Wij includeerden vrouwen met een laag-risicozwangerschap bij wie de verantwoordelijkheid aan het begin van de bevalling bij de eerstelijnsverloskundige lag. Zwangere werden gestratificeerd naar de geplande locatie van de bevalling (thuis, poliklinisch, GCS). De belangrijkste uitkomstmaten waren: ingrepen tijdens de bevalling, en maternale of neonatale morbiditeit. Wij gebruikten ‘propensity score matching’ om te corrigeren voor confounding.

Resultaten

In totaal includeerden wij 6185 zwangeren in onze studie. Na propensity-scorematching verschilden het aantal interventies tijdens de zwangerschap (overall), maternale morbiditeit (overall) en neonatale morbiditeit (overall) niet statistisch significant tussen zwangeren met een geplande thuisbevalling en zwangeren met een geplande bevalling in het GCS (interventies: resp. 13,6 en 12,4%; p = 0,56; maternale morbiditeit: resp. 4,9 en 5,7%; p = 0,53; neonatale morbiditeit: resp. 6,8 en 5,4%, p = 0,31). Wij vonden soortgelijke resultaten als wij zwangeren met een geplande poliklinische bevalling vergeleken met zwangeren met een geplande bevalling in het GCS.

Conclusie

Bij vrouwen met een laag-risicozwangerschap lijkt de geplande locatie van de bevalling noch gerelateerd aan het aantal interventies tijdens de zwangerschap noch gerelateerd aan maternale of neonatale morbiditeit. Het GCS lijkt daarmee een geschikte plaats voor deze vrouwen om te bevallen, maar dit zal toekomstig onderzoek moeten uitwijzen.

Auteursinformatie

Erasmus MC, afd. Verloskunde en Gynaecologie, Rotterdam: J. Stehouwer, BSc, coassistent; dr. J. van der Kooy, aios gynaecologie; dr. J.P. de Graaf, manager verloskunde en gynaecologie; dr. A.J. Eggink, gynaecoloog-perinatoloog; dr. L.C.M. Bertens, epidemioloog; dr. J.V. Been, kinderarts-neonatoloog (tevens: afd. Kindergeneeskunde en afd. Maatschappelijke Gezondheidszorg).

Contact J. van der Kooy (j.vanderkooy@erasmusmc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Jodai Stehouwer ICMJE-formulier
Jacoba van der Kooy ICMJE-formulier
Johanna P. de Graaf ICMJE-formulier
Alex J. Eggink ICMJE-formulier
Loes C.M. Bertens ICMJE-formulier
Jasper V. Been ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties