De kans dat een arts in zijn of haar loopbaan te maken krijgt met patiënten bij wie sprake is van seksueel misbruik of aanwijzingen hiervoor is groot. Onderzoek uit 2014 van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen toont aan dat in Nederland 1 op de 3 kinderen vóór het 18e levensjaar een vorm van seksueel geweld meemaakt.1
Samenvatting
Een derde van de kinderen heeft vóór het 18e levensjaar een vorm van seksueel geweld meegemaakt.
Het herkennen en vaststellen van seksueel misbruik bij een kind is complex.
Vooralsnog is er geen gevalideerd instrument dat op zichzelf staand gebruikt kan worden bij de diagnostiek naar seksueel misbruik.
Een vermoeden van seksueel misbruik moet systematisch en multidisciplinair (medisch en psychosociaal) worden onderzocht door professionals met voldoende expertise, bij voorkeur in een gespecialiseerd centrum.
Bij psychische klachten na seksueel misbruik is het advies een kind te verwijzen voor psychosociale hulp, en bij kinderen zonder psychische klachten zijn psycho-educatie en waakzaam afwachten (‘watchful waiting’) aan te raden.
Artsen kunnen de richtlijn ‘Diagnostiek bij (een vermoeden van) seksueel misbruik bij kinderen’ van de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde raadplegen en advies inwinnen bij Veilig Thuis, het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling en het Centrum Seksueel Geweld.
Reacties