Samenvatting
Doel
Vergelijken van de beoordelingen van arbeidsongeschiktheid bij patiënten met somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK) door artsen uit 5 verschillende Europese landen.
Opzet
Transversaal onderzoek.
Methode
Huisartsen uit Noorwegen (n = 56), Zweden (n = 29), Denemarken (n = 41), Frankrijk (n = 46), en bedrijfs- en verzekeringsartsen uit Nederland (n = 93) bekeken en beoordeelden de arbeidsongeschiktheid in 9 videocasussen van SOLK. Vervolgens analyseerden we verschillen in de beoordeling (wel of niet arbeidsongeschikt) tussen de landen, met Noorwegen als referentie, alsmede verschillen tussen de huisartsen uit de 4 landen en de bedrijfs- en verzekeringsartsen met een ‘generalised linear mixed model’.
Resultaten
In het algemeen kwamen de beoordelingen van arbeidsongeschiktheid sterk overeen tussen de artsen uit de 5 landen. Maar vergeleken met de Noorse huisartsen beoordeelden de Zweedse huisartsen (oddsratio (OR): 0,43; 95%-BI: 0,23-0,79) en de Nederlandse bedrijfs- en verzekeringsartsen (OR: 0,55; 95%-BI: 0,36-0,86) de patiënten in de video’s minder vaak als arbeidsongeschikt. Er waren geen verschillen tussen de huisartsen uit de andere 2 Europese landen en die uit Noorwegen. De Nederlandse bedrijfs- en verzekeringsartsen vonden ook minder vaak dat er sprake was van arbeidsongeschiktheid dan alle huisartsen uit de andere 4 Europese landen (OR: 0,67; 95%-BI: 0,49-0,93).
Conclusie
Er zijn significante verschillen in de beoordeling van arbeidsongeschiktheid bij patiënten met SOLK tussen landen en beroepsgroepen, maar in het algemeen zijn deze verschillen klein. Mogelijke verklaringen voor deze verschillen zijn de opleiding tot specialist in bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde en de aanwezigheid van professionele richtlijnen.
Reacties