Wisselende resultaten met offlabel kankermedicijnen

Een bullseye met pillen erop
Lorette Harbers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2024;168:C5724

Een studie die kankerpatiënten toegang geeft tot meer doelgerichte behandelingen, leverde tot nu toe een ‘clinical benefit rate’ van 33% op. Maar niet alle middelen waren succesvol.

artikel

Het Nederlandse Drug Rediscovery Protocol (‘DRUP’) begon in 2016 met als doel nieuwe toepassingen te vinden voor bestaande, gerichte anti-kankermedicijnen. Binnen het protocol mogen volwassen patiënten met gevorderde of uitgezaaide kanker deze medicijnen offlabel gebruiken wanneer er geen standaardbehandelopties meer voor ze zijn. Daarnaast moet de tumor genetische kenmerken hebben waarvoor een doelgerichte behandeling of immunotherapie beschikbaar is.

Soemeya Haj Mohammad (LUMC en NKI-AvL) en collega’s evalueerden onder meer de effectiviteit van de middelen die binnen DRUP offlabel werden voorgeschreven (Acta Oncol. 2024;63:368-72). De klinische meerwaarde voor de patiënt werd gedefinieerd als een objectieve gedeeltelijke of complete (radiologische) respons of stabiele ziekte na 16 weken behandeling. De onderzoekers keken ook naar de objectieve responsratio (ORR); het percentage patiënten met een gedeeltelijke of complete respons.

De cohortstudie is zo ontworpen dat bij elk medicijn gestart wordt met 8 patiënten (stadium I). Wanneer minimaal één patiënt een klinisch voordeel laat zien, wordt het cohort uitgebreid met 16 extra patiënten (stadium II). Wanneer van dit cohort minimaal 5 patiënten klinisch voordeel hebben van het medicijn, kan het cohort verder uitgebreid worden (stadium III).

In de periode 2016-2023 werden 2500 patiënten beoordeeld voor deelname aan DRUP, van wie meer dan 1500 patiënten daadwerkelijk door de onderzoekers werden geïncludeerd. Zij begonnen met een van de 36 beschikbare doelgerichte antikankermedicijnen van 14 deelnemende farmaceuten in een van de 35 deelnemende ziekenhuizen.

In een interimanalyse die de onderzoekers uitvoerden op de eerste 500 geïncludeerde patiënten, bleek een ‘clinical benefit rate’ (CBR) van 33%. Een voorbeeld van een succesvol stadium-II-cohort waren de patiënten die nivolumab gebruikten; zij hadden een CBR van 63%. Dit cohort werd verder uitgebreid naar stadium III en op basis van positieve voorlopige bevindingen besloot Zorginstituut Nederland dat nivolumab vergoed kan worden vanuit het basispakket voor de behandeling van tumoren met ‘deficient mismatch repair’ of microsatellietinstabiliteit.

Maar er waren ook teleurstellende resultaten. Zo hadden patiënten die palbociclib of ribociclib kregen een CBR van 15% zonder een objectieve respons. Er werd daarom besloten om deze middelen niet aan te raden als offlabel monotherapie.

In Europees verband worden er inmiddels soortgelijke studies opgezet, zodat de resultaten gezamenlijk geanalyseerd kunnen worden. De auteurs hopen dat dit ertoe zal leiden dat meer patiënten baat zullen hebben bij bestaande, gerichte antikankermiddelen.

Dit artikel is gepubliceerd in het dossier
Farmacotherapie
Oncologie
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties