Richtlijnen voor kind met koorts slecht gevolgd

Donica Lodder
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2024;168:C5714

Slechts bij 52% van de patiëntjes met koorts zonder focus volgen kinderartsen de richtlijnen. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek. Dit heeft geen gevolg voor de uitkomsten.

artikel

Koorts zonder focus wordt bij kinderen meestal veroorzaakt door zelflimiterende virusinfecties. Het kan echter ook komen door ernstige infecties die direct behandeling vereisen. Kinderartsen gebruiken de landelijke richtlijn om dit onderscheid te maken en overdiagnostiek te beperken. De richtlijn maakt onderscheid tussen verschillende leeftijdsgroepen (< 1 maand; 1-3 maanden; > 3 maanden). Per leeftijdsgroep wordt het risico op een ernstige infectie ingeschat op basis van internationaal gedefinieerde alarmsymptomen (< 2 maanden Rochester-criteria; > 2 maanden stoplichtcriteria uit de NICE-richtlijn), uitslagen van bloedonderzoek (CRP, leukocyten) en eventueel urinescreening.

Om naleving van de richtlijn te evalueren, verrichten Nederlandse onderzoekers een crosssectioneel onderzoek (Eur J Pediatr. 2024; online 15 april). Daarvoor includeerden ze in de periode december 2020-mei 2022 op de SEH van zeven tweede- en derdelijnsziekenhuizen 370 kinderen (leeftijd 3 dagen tot 16 jaar, gemiddelde leeftijd 50 dagen) met koorts ≥ 38,0 °C zonder duidelijke focus. Kinderen met postoperatieve koorts, ziekenhuisinfecties of typische koortsstuipen met een duidelijke focus werden niet meegenomen in de analyse. Onderzoekers bekeken de gegevens van de patiënten in het elektronisch patiëntendossier tot zeven dagen na hun bezoek aan de spoedeisende hulp.

Artsen volgden de richtlijn bij 192 van de 370 kinderen (52%) met koorts zonder focus. Naleving van de richtlijn was lager bij kinderen met een hoger risico op een ernstige infectie (72/187; 39%) in vergelijking met laagrisico kinderen (64/73; 88%). Artsen verrichtten bij de hoogrisicogroep met name minder aanvullend onderzoek (urinekweek, bloedkweek, lumbaalpunctie) en startten minder vaak met empirische antimicrobiële therapie dan de richtlijn adviseerde (72/187 kinderen, 39%).

Het niet volgen van de richtlijn leidde niet tot slechtere klinische uitkomsten zoals langere ziekenhuisopname, heropname, noodzaak tot intraveneuze vulling, IC-opname of mortaliteit. En ook niet tot meer gemiste infecties, gedefinieerd als start antimicrobiële therapie > 12 uur na initiële presentatie op basis van een positieve microbiële kweek. Dit laatste gebeurde bij drie patiënten (2%) bij wie de artsen de richtlijn hadden gevolgd en bij vijf patiënten (3%) in de groep waarbij de richtlijn niet was gevolgd.

De auteurs concluderen dat de richtlijn herzien moet worden en pleiten voor aangescherpte indicaties voor microbiële kweken, viraal onderzoek en start empirische antibiotica.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties