Gezamenlijke besluitvorming krijgt steeds meer aandacht. Naast ethische overwegingen spelen daarbij ook de gunstige uitkomsten op het gebied van communicatie, welzijn en levenskwaliteit. Maar het kan ook negatieve effecten hebben, stellen Loïs van de Water (Amsterdam UMC) en collega’s in Medical Decision Making.
In een secundaire analyse van de CHOICE-trial (CHOICE staat voor: ‘CHOosing treatment together In Cancer at the End of life’) zochten de onderzoekers naar mogelijke negatieve effecten van gezamenlijke besluitvorming (Med Decis Making. 2024;44:89-101). De trial vond plaats in 7 ziekenhuizen en richtte zich op patiënten met een inoperabele of gemetastaseerde tumor met een beperkte levensverwachting. Dit laatste werd gedefinieerd als: een mediane levensverwachting < 12 maanden zonder ziektegerichte behandeling, waarbij palliatieve systemische behandeling de levensverwachting niet meer dan 6 maanden zal verlengen. Een consult met de oncoloog over starten of voortzetten van palliatieve systemische behandeling vormde het…
Reactie van oorspronkelijke auteurs
Geachte redactie,
Graag reageren wij op het artikel ‘Gezamenlijke besluitvorming kent ook negatieve kanten’, verschenen in het NTvG op 22 januari j.l. (Ned Tijdschr Geneeskd. 2024;168:C5633). De redacteur geeft daarin een samenvatting van ons artikel over mogelijk ongewenste effecten van gezamenlijke besluitvorming in de palliatieve oncologische zorg, gepubliceerd in Medical Decision Making (2024;44:89-101). Wij stellen het zeer op prijs dat het NTvG aandacht besteedt aan onze publicatie. Gezien gezamenlijke besluitvorming nog altijd volop in de schijnwerpers staat, is het goed om alle kanten van het betrekken van patiënten in de besluitvorming te belichten. Dus ook aan de onbedoelde −en wellicht niet te voorkomen− belasting die samen beslissen mogelijk met zich mee brengt.
Wij vinden het stuk goed geschreven en over het algemeen een accurate weergave van de studie. Wij hebben echter een tweetal belangrijke kritische kanttekeningen:
De redacteur schrijft dat patiënten een week na het consult meer negatieve emoties rapporteerden naarmate er meer gezamenlijke besluitvorming had plaatsgevonden en dat het daarbij ging om ‘alle onderzochte emoties: angst, spanning, verlies van vechtlust, hulpeloosheid/hopeloosheid en onzekerheid over de beslissing.’ Dat is incorrect. Wij vonden dit effect alleen voor door patiënt-gerapporteerde onzekerheid over de beslissing en voor spanning. Niet voor angst, verlies van vechtlust en hulpeloosheid/hopeloosheid. Nog altijd noemenswaardige effecten, maar minder breed en consistent dan het stuk in het NTvG nu suggereert.
Graag brengen wij deze rectificatie en nuancering onder de aandacht van de redactie en de lezers van het NTvG.
Met vriendelijke groet, namens Hanneke van Laarhoven, Ellen Smets, Danique Bos en Lois van de Water,
Inge Henselmans
Amsterdam UMC
Afdeling Medische Psychologie