artikel
Sinds 1985 daalt de consumptie van sigaretten in 5 landen (Verenigde Staten, Japan, Polen, Brazilië en Duitsland) uit de top 10 van landen met de hoogste sigarettenconsumptie. In Rusland blijft het sigarettengebruik echter nagenoeg onverminderd, en in China en Indonesië worden meer sigaretten geconsumeerd dan ooit tevoren. In die daling heeft het wereldwijde ‘Framework convention on tobacco control’ (FCTC) van de WHO slechts een kleine rol gespeeld. Deze stevige conclusies trekken Steven Hoffman (York University, Toronto) en collega’s in 2 grote, internationale onderzoeken (BMJ. 2019;365:l2231 en BMJ. 2019;365:l2287).
De onderzoekers brachten nationale gegevens over de productie, handel en export van sigaretten in de periode 1970-2015 samen in een uniek ‘open acces’-gegevensbestand (https://dataverse.scholarsportal.info/dataverse/iccd). Geholpen door meertalige onderzoekers, benaderden ze onder andere de statistische bureaus en overheidsinstanties van 71 landen, waarin 85% van de wereldbevolking woonachtig is. Zo konden ze voor alle onderzochte landen het jaarlijkse sigarettengebruik per hoofd van de bevolking uitrekenen. De internationale trends kwamen grofweg overeen met eerdere informatie hierover van het Institute for Health Metrics and Evaluation (IHME). Het ‘open acces’-gegevensbestand is echter gedetailleerder, vollediger en beter gevalideerd dan het gegevensbestand van het IHME, dat grotendeels gebaseerd is op bedrijfsgegevens. Vooral de situatie in Rusland werd door het IHME onderschat. De onderzoekers laten zien dat er een grote stijging is geweest in de Russische sigarettenconsumptie in de periode 1996-2002, die eerder onzichtbaar was. Ook konden de onderzoekers nauwkeuriger het sigarettengebruik per land kwantificeren (uitgedrukt in gewicht in tonnen, waarbij een ton overeenkomt met een miljoen sigaretten). Dit leverde indrukwekkende cijfers op, zoals een consumptie van 2,5 miljoen ton sigaretten in China in 2013. De onderzoekers stelden verder vast dat er vermoedelijk veel gegevens ontbreken over de sigarettenconsumptie in Afrika, waardoor deze mogelijk wordt onderschat.
De onderzoekers interesseerden zich verder voor het FCTC, het internationale verdrag dat in 2003 geratificeerd werd door 181 landen en onder andere afschrikwekkende plaatjes op sigarettenverpakkingen heeft bewerkstelligd. Voor het eerst hebben zij het wereldwijde effect van een internationaal verdrag quasi-experimenteel onderzocht. Hieruit bleek dat de sigarettenconsumptie niet sneller is gaan dalen sinds de inwerkingtreding in 2003, en ook niet sinds het begin van de onderhandelingen in 1999. Hoewel de sigarettenconsumptie in Europa wel iets sneller daalde dan daarvoor, namelijk met meer dan 1000 sigaretten per volwassene per jaar, steeg de jaarlijkse consumptie in onder andere Azië met meer dan 500 sigaretten per hoofd van de bevolking.
De cynische conclusie zou volgens de onderzoekers kunnen zijn dat het FCTC onbedoeld een verschuiving heeft teweeggebracht in de doelwitten van de tabaksindustrie: in de richting van Azië en landen met een gemiddeld tot laag inkomen, waarin de bevolking minder goed beschermd is tegen de inspanningen van deze industrie. ‘We zouden internationale wetgeving moeten onderwerpen aan strikte evaluatie om na te gaan of de impact daarvan overeenkomt met de gebruikte retoriek’, betogen de onderzoekers. Ook waarschuwen ze tegen een houding van voldoening rondom tabaksontmoediging. Ten slotte roepen ze op tot een voortvarende implementatie van beleid dat bewezen werkzaam is tegen sigarettenconsumptie, evenals tot assertieve antwoorden op activiteiten van de tabaksindustrie.
Reacties