Patiënten die bij een coronaire bypassoperatie allogeen bloed krijgen toegediend, hebben een grotere kans op ziekenhuisinfecties dan patiënten die autoloog bloed ontvangen of geen bloedtransfusie ondergaan. Dat is de uitkomst van een Amerikaanse cohortstudie, gepubliceerd in BMC Medicine (doi:10.1186/1741-7015-7-37).
De studie is gebaseerd op gegevens van 24.789 patiënten…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:C297
Bloedtransfusie verhoogt infectierisico na bypassoperatie
In de bespreking van het artikel van Rogers et al., wat onder bovenstaande kop werd gepubliceerd, zijn nogal kritiekloos de meest sensationele uitspraken van de auteurs letterlijk vertaald.1 Hierbij is geen poging gedaan om te wijzen op de ernstige tekortkomingen van de studie, die overigens gedeeltelijk al in het artikel zelf genoemd worden. De hoofdboodschap van het artikel, betreffende de variatie in transfusiegebruik binnen de ziekenhuizen, is in de bespreking zelfs volledig vervallen. De selectieve conclusies waaraan werd gerefereerd, zouden theoretisch alleen te onderbouwen zijn wanneer het toedienen van allogene bloedtransfusies geheel at-random zou zijn gebeurd. Dit is uiterst onwaarschijnlijk.
Een propensity-score die alleen corrigeert voor preëxistente co-morbiditeit, kan nooit goed corrigeren voor de transfusiebehoefte. Bij een zeer grote transfusiebehoefte (bijv. door chirurgische oorzaak) zal altijd allogeen bloed gegeven moeten worden. De hiervoor noodzakelijke correctie voor het aantal ontvangen transfusies kon echter niet worden uitgevoerd omdat het aantal transfusies slechts bij 1% van de patiënten bekend was. Voor analyse van de onder background en discussie genoemde effecten van de bewaarduur van het bloed waren zelfs geheel geen beschikbare gegevens. Door te kijken naar eindcoderingen als ICD-9 is er effectief in ieder ziekenhuis een eigen definitie voor infecties gebruikt. Het feit dat transfusies gegeven na het optreden van een infectie ook meetellen, introduceert een volgende ernstige bias. Door al deze tekortkomingen komen zij slechts tot een dubieus model om infecties en reductie hiervan te voorspellen.
Een belangrijk gegeven voor de Nederlandse situatie is verder dat van de in deze studie gebruikte erytrocytenproducten alleen de meest gezuiverde vorm in Nederland wordt gebruikt. In Nederland worden uit alle producten de leukocyten verwijderd, waarmee de kans op postoperatieve infecties na open hartoperatie tot een minimum wordt beperkt.
De hoofdboodschap van dit artikel over de variatie in transfusies tussen ziekenhuizen is best het vermelden waard. Aangaande infecties betreft het hier slechts, evenals als bij de geciteerde studie van Koch et al. over de nadelige effecten van een langere bewaarduur van erytrocyten, een overinterpretatie van niet- of onvoldoende gecorrigeerde observationele data.2
Referenties
1. Rogers MA, Blumberg N, Saint S, Langa KM, Nallamothu BK. Hospital variation in transfusion and infection after cardiac surgery: a cohort study. BMC Med. 2009;7:37.
2. Benjamin RJ, Dodd RY. Red-cell storage and complications of cardiac surgery. N Engl J Med. 2008;358:2840-1.
L.M.G. van de Watering1
C. van der Poel1
A. Brand1,2
1. Sanquin Nederlandse Bloedvoorziening
2. Leids Universitair Medisch Centrum