Samenvatting
Doel
Rapportage van de resultaten van gecombineerde hart-longtransplantatie in het Universitair Medisch Centrum Groningen.
Opzet
Retrospectief onderzoek.
Methode
Er werden gegevens verzameld van de patiënten die in de periode december 1996-december 2007 in ons centrum een gecombineerde hart-longtransplantatie ondergingen. Demografische, klinische en andere relevante kenmerken werden geïnventariseerd, evenals postoperatieve morbiditeit en sterfte.
Resultaten
De onderzoeksgroep bestond uit 14 patiënten (3 mannen en 11 vrouwen) met een gemiddelde leeftijd van 41 jaar. De indicaties voor hart-longtransplantatie waren: een aangeboren hartafwijking met pulmonale hypertensie (6 patiënten), primaire pulmonale hypertensie met ernstig rechterventrikelfalen (4 patiënten), longfibrose met ernstig rechterventrikelfalen (1 patiënt), cystische fibrose met systolisch linkerventrikelfalen (1 patiënt), pulmonale hypertensie na thoracale radio- en chemotherapie (1 patiënt) en retransplantatie na longtransplantaatfalen (1 patiënt). De wachttijd tot hart-longtransplantatie was ongeveer 1,5 jaar. Van 9/14 patiënten (64%) verslechterde de klinische toestand tijdens het wachten dermate dat zij een zogenaamde ‘zeer urgente transplantatie’-status kregen. Bijna de helft van de patiënten werd tijdens de wachttijd afhankelijk van aanvullende intraveneuze inotrope therapie. Aan het einde van het onderzoek waren 6/14 patiënten (43%) in leven, bij een gemiddelde overlevingsduur van 58 maanden (uitersten: 6-132). Infectie was de oorzaak van overlijden bij 4/8 patiënten. Van de 8 overledenen hadden 4 preoperatief ondergewicht (BMI 2); zij waren cachectisch. Dit was slechts het geval bij 1/6 overlevende patiënten.
Conclusie
Hart-longtransplantatie is een zeldzame operatie in Nederland. De wachttijd tot transplantatie was in deze studie lang en de postoperatieve sterfte was hoog. Ondergewicht (cachexie), als uiting van een marginale klinische conditie, lijkt in verband te staan met sterfte.
Reacties