artikel
Al sinds doktersheugnis proberen we bij een aantal aandoeningen grip te krijgen op alcoholgebruik als mogelijke oorzaak. Mijn oude opleider zei het aan ‘lodderige ogen’ te zien en voedde me verder op met spider naevi en erythema palmare. Bij bloedonderzoek lag de nadruk op het MCV (het volume van rode bloedcellen), het gamma-GT en de ASAT-ALAT-ratio als indicatoren van overmatig alcoholgebruik.
Waarom hadden we dat allemaal nodig? Wel, patiënten zijn gemiddeld gewoon niet zo eerlijk over hoeveel ze drinken, vooral als het eigenlijk te veel is. Er zijn allerlei vragenlijstjes die je kunt aanwenden om problematisch alcoholgebruik te detecteren, maar echt goed werken die niet en meestal wil je gewoon een hard getal weten: hoeveel glazen per dag?
'Voor interpretatie van uitslagen is geen toestemming nodig’
Triviaal is dit niet. Van tijd tot tijd sta je voor het dilemma om wel of geen vergaand onderzoek te doen. Zou je weten dat er overmatig alcoholgebruik in het spel was, dan zou je ervan afzien. Vele leverbiopten deed ik bijvoorbeeld niet omdat vooral de bloeduitslagen voldoende clues gaven dat er een alcoholprobleem speelde. Deze (eerdergenoemde) bepalingen maken deel uit van het routineonderzoek, dus vroeg je er geen toestemming voor. Voor interpretatie van uitslagen is toestemming immers onnodig, nietwaar?
Wetende dat die laboratoriumindicatoren nogal slecht waren, was ik blij dat een aantal jaar geleden een redelijke biomarker voor chronisch alcoholgebruik op de markt kwam. In dit nummer wordt de laatste stand van zaken met betrekking tot deze biomarkers – inmiddels zijn het er meerdere, en steeds betere – uitgelegd (D6116).
Wat we interessant vonden, is of je bij ontkenners van problematisch alcoholgebruik en een mogelijk alcoholgerelateerde aandoening de nogal slechte stiekeme interpretatie van routinetesten nu mocht vervangen door een veel betere stiekeme bepaling van een specifieke biomarker. We vroegen het hoogleraar Gezondheidsrecht Aart Hendriks en hoe we de vraag ook stelden: het antwoord was onverbiddelijk ‘nee’ (D6129). ‘Ook niet als we risicovol verder onderzoek zo kunnen afwenden?’ ‘Nee, nee, nee.’
Vooropgesteld: ik begrijp dit antwoord helemaal. Anderzijds: nu ga ik af op een slechte ‘stiekeme interpretatie’ en plan ik leverbiopten die vrijwel zeker onnodig zijn in of zie ik er onterecht van af. Straks heb ik iemand met bijvoorbeeld ook nog een verhoogde bloedingsneiging. Doe ik een risicovol biopt? Straks beschadig ik de patiënt. Als ik nou alleen maar die biomarker wist, al hield ik ’m voor mijzelf, zou ik betere zorg kunnen leveren.
Beloof ik dat ik echt helemaal nooit stiekem een alcoholmarker zal bepalen? Nee.
Reacties