Samenvatting
-
Een van de frequentste complicaties direct na een operatie is het optreden van pijn.
-
Postoperatieve pijn leidt tot ongemak voor de patiënt en kan ook verhoogde morbiditeit teweegbrengen. Daarom vormt bestrijding daarvan een belangrijk onderdeel van de perioperatieve geneeskunde.
-
Terecht is dan ook een hoofdstuk 'Pijn na een operatie' opgenomen in de prestatie-indicatoren van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.
-
Twee vaak gebruikte pijnscores zijn een schaal voor numerieke scoring ('Numerical rating scale'; NRS) en de visueel analoge schaal (VAS). De verpleging prefereert de NRS, omdat hij sneller en gemakkelijker af te nemen is.
-
Voor de peroperatieve pijnbestrijding worden meestal de sterke synthetische opioïden gebruikt, zoals fentanyl, sufentanil en remifentanil. In de periode direct na de operatie schakelt men meestal over op morfine of piritramide. In de richtlijn van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO wordt aangeraden om binnen een instituut voor één basisopioïd bij postoperatieve pijnbehandeling te kiezen.
-
Het wordt aangeraden opioïden en niet-opioïden te combineren om zo weinig mogelijk bijwerkingen te hebben (gebalanceerde analgesie).
-
Locoregionale technieken zoals epidurale pijnbestrijding en perifere zenuwblokkades zijn zeer effectieve methodes voor postoperatieve pijnbestrijding.
-
In een aantal gevallen kan door de patiënt ook zelfgecontroleerde analgesie (PCA) worden ingezet, bijvoorbeeld langs intraveneuze of epidurale weg.
Reacties