Samenvatting
Doel
Inzicht verkrijgen in het resultaat van postoperatieve pijnstilling met intraveneuze toediening van morfine, door de patiënt gecontroleerd (PCIA), en orale analgetica na een totale heup- of knievervangende operatie (THP of TKP).
Opzet
Prospectief observationeel onderzoek.
Methode
In de periode 2006-2007 includeerden we 154 patiënten voor een THP en 110 voor een TKP in het Medisch Centrum Alkmaar. Pijn na de operatie werd behandeld met morfine via een PCIA-pomp en met orale analgetica. De primaire uitkomstmaten waren effectiviteit van de pijnbehandeling en de incidentie van bijwerkingen.
Resultaten
Na een THP was de pijn in rust acceptabel bij 65% van de patiënten op de dag van operatie (dag 0). Dit percentage steeg tot > 95 vanaf dag 2 na operatie. Op dag 1 had 43% acceptabele pijnscores bij beweging, vanaf dag 2 was dit > 90%. Op dag 0 was 24% misselijk en 25% braakte; op dag 1 was dit 21 respectievelijk 29%. Op dag 0 na een TKP was de pijn in rust acceptabel bij 45%, vanaf dag 3 bij ≥ 95%. Pijn bij beweging op dag 1 was acceptabel bij 24% van de patiënten, oplopend naar 80% op dag 4. Op dag 0 na TKP was 37% misselijk en 39% braakte; op dag 1 was dat 26% respectievelijk 23%.
Conclusie
Gezien de tegenvallende effectiviteit en de bijwerkingen van een PCIA-pomp met morfine en orale analgetica zijn aanpassingen in de pijnbehandeling na THP en TKP noodzakelijk. De grootste verbetering is te behalen op de dag van operatie en de dag daarna.
Reacties