Ik ben jong, man en ga dus naar de HAP

Opinie
Joost Zaat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:B1438

artikel

Jong ben ik al lang niet meer, man ben ik wel, en ik ga alleen naar de huisartsenpost (HAP) als ik daar moet werken. Als ik alle diensten zelf zou doen, zit ik daar komend jaar 4 werkweken. Ik zal het eerlijk zeggen: ik vind diensten niet leuk, dus ik verkoop in ieder geval al mijn nachten en doet mijn fantastische jonge collega er een flink aantal. Maar in de tijd dat ik er wel ben, ga ik een behoorlijk aantal ‘zelfmelders’ zien (D1601). Dat zijn mensen die zonder van tevoren te bellen op de HAP of SEH komen. Een groot deel van hen is man, jong en heeft ‘iets’ aan het bewegingsapparaat. Als ‘aanlopertje’ heb je op de post een lage status. De helft van hen heeft ook na triage een lage urgentie: het is geen aandoening die snelle zorg nodig maakt en die vaak ook met alleen een zelfzorgadvies kan worden afgehandeld. In de beleving van dokters verstoppen ze de wachtkamer en geven ze het gevoel dat ‘we alleen maar productie draaien’.

De discussie over werkbelasting en onnodig gebruik van de zorg zijn van alle tijden. Toen in het Verenigd Koninkrijk eind jaren 40 de National Health Service was ingevoerd, begonnen artsen in The Lancet in heel lange stukken te klagen over al die patiënten die ‘met hun dikke billen hun wachtkamerstoelen bevolkten’. In Medisch Contact woedt de afgelopen weken een discussie over de ‘patatgeneratie van nieuwe huisartsen’, die diensten te zwaar zouden vinden. Dat eeuwige geklaag leidt nergens toe: er komen niet minder mensen door en de werksfeer wordt er ook al niet beter van. Als artsen voortdurend roepen dat ‘je er snel bij moet zijn’ en elk pijntje een teken van een naderend infarct kan zijn, moeten we ons er niet over verbazen dat leken dat gaan geloven. En dan zie je dus de 32-jarige man met een angststoornis en een steek op de borst.

Bij gebrek aan echte problemen hebben we een volstrekt risicomijdende samenleving en daar zullen we het als dokters mee moeten doen. De vraag is of de huisarts iemand met een gekneusde vinger of verzwikte enkel echt op zondagavond moet zien, maar zelfs in die groep van lage-statushouders heeft 15% een aandoening die wél met spoed of superspoed gezien moet worden. De triage kan vast beter, maar we gebruiken wel tests met een lagere voorspellende waarde.

De HAP’s in Amsterdam proberen mensen met een lage urgentie inmiddels te weren. Dat gaat alleen succes hebben als er een heel goede voorlichtingscampagne komt. Anders moeten we er maar gewoon mee leren leven.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Joost, mooi geschreven. Hoop dat concept 020 snel landelijk gaat worden, U5 en deel U4 moet terug naar de huisarts. Als dit duidelijk is, vermindert de belasting op de HAP aanzienlijk. Ben het niet eens met de woorden dat diensten niet leuk zijn. Dat moet bij de gevestigde orde er landelijk uit gehaald worden. Jullie zijn overdag te druk en missen hierdoor een heel mooi item van ons vak: de ANW-dienst vaak met bijzondere en leerzame pathologie. Je moet wel uitgerust aan een dienst gaan beginnen!

Robert Mol, huisarts