artikel
Over een maand is het 30 jaar geleden dat Frans Halsema overleed. Eén van de bekendste liedjes van deze Amsterdamse zanger was Vluchten kan niet meer, waarin hij zich onder andere afvraagt hoe ver je met bepaalde dingen moet gaan. Die vraag kun je jezelf ook stellen na het lezen van dit nummer van het NTvG want meerdere artikelen hebben dit probleem in feite als thema. Om te beginnen in wel heel letterlijke zin de vraag die Spiering en Grobbee opwerpen, namelijk tot hoever de bloeddruk tijdens behandeling moet dalen bij patiënten met hypertensie (A5638). Er is namelijk al enige tijd een trend waarneembaar om steeds agressiever te worden met behandeling en om de streefwaarden alsmaar lager te leggen. Deze overmatige normalisatiedrang, die de moderne geneeskunde eigen lijkt te zijn geworden, heeft absoluut een keerzijde zoals beide heren aantonen. Een al te drastische daling van de druk geeft namelijk bij bepaalde categorieën patiënten juist meer kans op complicaties. In zekere zin is hun artikel een pleidooi om genuanceerder met behandeling om te gaan. Maar wat als het met pillen niet meer of onvoldoende lukt om de bloeddruk omlaag te krijgen? Hoever moeten we dan gaan? Tegenwoordig gooien we het dan over een andere boeg, bijvoorbeeld met renale denervatie. Daarbij worden met een katheter in de nierarterie de zenuwvezels rondom dit vat als het ware weggebrand. Intuïtief voelt het niet zo goed aan om een ziekte of risicofactor te behandelen door in het lichaam iets kapot te maken maar toch hebben talloze artsen over heel de wereld zich op deze techniek gestort. In dit nummer bespreekt Yvo Smulders een Nederlands onderzoek naar de waarde van deze ingreep en ontzenuwt hij het idee dat dit altijd goed zou werken (A7123). Inmiddels is ook al een grote trial stopgezet wegens gebrek aan effectiviteit. Geen goed nieuws dus voor de interventionisten onder ons. Was het dan toch allemaal alleen maar het najagen van wind om deze verzuchting van Prediker maar eens aan te halen. Deze Prediker moet ook Jan Westerink geïnspireerd hebben bij zijn commentaar (A7266) op het stuk van Corette Ploem (A6757). Zij vragen zich af hoever je moet gaan met alle (ongevraagde) kennis die snelle en uitgebreide DNA-analyses tegenwoordig opleveren. Hun zorg is in beginsel wel terecht, maar is het niet aannemelijk dat veel van wat we nu te weten denken te komen door sequencing later toch weer heel anders blijkt uit te pakken? En hoever moet je gaan met het voor waar aannemen van de huidige kennis?
Reacties