Sinds 2018 presenteert het NTvG een online tentoonstelling waarin een uitgebreide selectie uit de NTvG-penningencollectie wordt voorzien van een medisch-historische achtergrond.
Samenvatting
Elke chirurgijn die in Amsterdam werkzaam was tussen omstreeks 1620 en het einde van de 18de eeuw kreeg bij het behalen van zijn chirurgijnsexamen een presentiepenning. Presentiepenningen waren eigenlijk de lidmaatschapspenningen van het Amsterdamse chirurgijnsgilde en konden worden gebruikt voor de controle op aanwezigheid bij gildebijeenkomsten. Vanaf 1684 ontvingen chirurgijns ook een Hortuspenning, als een toegangsbewijs tot de Hortus Medicus. Knechtenpenningen, baardragerspenningen en vereringspenningen komen minder frequent voor. Deze dienden respectievelijk om de aanwezigheidsplicht van knechten bij onderwijsmomenten te controleren, de draagplicht bij begrafenissen te reguleren en om gildeleden te eren vanwege hun verdiensten voor het chirurgijnsgilde. Er is een collectie 17e- en 18e-eeuwse penningen van het Amsterdamse chirurgijnsgilde bewaard gebleven van in totaal 230 exemplaren. Deze verzameling is wereldwijd de grootste en meest diverse collectie chirurgijnspenningen. Van enkele chirurgijns die staan afgebeeld op de beroemde reeks groepsportretten van het gilde, zijn persoonlijke penningen bewaard gebleven. Wij onderzochten wie deze chirurgijns waren en wat deze penningen nu werkelijk voor hen betekend hebben.
Reacties