Gedurende zijn rijke carrière schilderde Rembrandt (1606-1669) twee anatomische lessen: die van Nicolaes Tulp in 1632 en die van Jan Deijman in 1656. De les van Tulp heeft altijd een grotere bekendheid genoten, niet in de laatste plaats omdat het schilderij sinds mensenheugenis een ereplaats inneemt in het Haagse Mauritshuis. Het andere schilderij, de Anatomische les van Dr. Deijman, leidde tot voor kort een schemerig bestaan tussen de beroemde Rembrandts van het Rijksmuseum (figuur 1). Toch waren het niet alleen De Nachtwacht, De Staalmeesters en Het Joodse Bruidje die het zicht op het doek ontnamen; een blindgeslagen vernis en het stof van jaren hadden een hardnekkige grauwsluier over de voorstelling gelegd. Na een ingrijpende restauratie is de Anatomische les van Dr. Deijman eerder dit jaar overgedragen aan het Amsterdams Historisch Museum, waar het schilderij zijn definitieve plaats heeft gekregen. In alle opzichten komt het nu veel beter uit de…
Rembrandts Anatomische les van Dr. Deijman
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:2614-8
Aanvaard op
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:2614-8
Reacties