Samenvatting
Doel
Een overzicht geven van tuchtzaken die betrekking hebben op het handelen van kinderartsen, aniossen en aiossen kindergeneeskunde in het geval van kindermishandeling – of een vermoeden daarvan – en tevens het bespreken van de overwegingen van het tuchtcollege in deze zaken.
Opzet
Retrospectief, descriptief onderzoek.
Methode
Uit alle tuchtzaken in de periode 2001-2013 tegen kinderartsen, aniossen en aiossen kindergeneeskunde maakten we een selectie van klachtonderdelen die betrekking hadden op het handelen in het geval van kindermishandeling of een vermoeden daarvan. Deze klachtonderdelen werden onderverdeeld in 6 categorieën. Wij hebben de overwegingen van het tuchtcollege in deze zaken bestudeerd.
Resultaten
We vonden 76 klachtonderdelen uit 33 tuchtzaken in de periode 2001-2013 die betrekking hadden op het handelen van een kinderarts, anios of aios kindergeneeskunde in een geval van kindermishandeling of een vermoeden daarvan. Het merendeel van de klachtonderdelen had betrekking op het doorgeven of opvragen van informatie, in het kader van kindermishandeling of een vermoeden daarvan. Alle klachtonderdelen in de categorie ‘onterecht een melding bij het AMK gedaan’ werden door de tuchtrechter ongegrond verklaard.
Conclusie
Zolang de kinderarts zich had gehouden aan de KNMG-meldcode ‘Kindermishandeling en huiselijk geweld’ werd het betreffende klachtonderdeel ongegrond verklaard door het tuchtcollege. Het tuchtcollege toetst of er binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening is gehandeld en is van oordeel dat er voor kinderartsen een belangrijke rol is weggelegd bij het signaleren van kindermishandeling.
Reacties