Sulfonylureumderivaat of insuline bij metformine?

Opinie
Cees J.J. Tack
Floris A. van de Laar
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:A8239
Abstract

De behandeling van patiënten met diabetes mellitus type 2 is onder andere gericht op het voorkómen van langetermijn-complicaties. Daarbij is metformine voor patiënten met een acceptabele nierfunctie algemeen geaccepteerd als medicamenteuze behandeling van eerste keus. Om adequate glucoseregulatie te bereiken is vaak een 2e geneesmiddel nodig, maar er is weinig bewijs beschikbaar waarop deze therapiekeuze kan worden gebaseerd. Theoretisch komen als toevoeging aan metformine in aanmerking: een sulfonylureum(SU)-derivaat, een alfa-glucosidaseremmer, een dipeptidylpeptidase-4-remmer, een ‘glucagon-like peptide1’-receptoragonist, een natrium-glucose-cotransporter-remmer of insuline. De langetermijneffecten van de meeste van deze combinaties zijn niet bekend en niet systematisch vergeleken. Dit is een belangrijke reden waarom richtlijnen in verschillende landen sterk variëren in advies over optimale combinatietherapie.

De NHG-standaard adviseert specifiek om het SU-preparaat gliclazide toe te voegen als 2e middel, onder andere vanwege een beter veiligheidsprofiel.1 Vanuit internationaal perspectief is dit een unieke keuze. Een aanbeveling van de ‘American Diabetes Association’ (ADA) en ‘European…

Auteursinformatie

Radboudumc, Nijmegen.

Afd. Eerstelijnsgeneeskunde: dr. F.A. van de Laar, huisarts.

Afd. Interne Geneeskunde: prof.dr. C.J.J. Tack, internist.

Contact prof.dr. C.J.J. Tack (cees.tack@radboudumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: ICMJE-formulieren zijn online beschikbaar bij dit artikel.

Auteur Belangenverstrengeling
Cees J.J. Tack ICMJE-formulier
Floris A. van de Laar ICMJE-formulier
Als metformine niet volstaat: insuline of een SU-derivaat?
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties