Nederland is, met zijn samenwerkingsverbanden en gunstige infrastructuur, bij uitstek een land voor het verrichten van klinisch multicentrisch wetenschappelijk onderzoek. Het is voor patiënt en maatschappij van belang dat de medisch-ethische toetsingsprocedure voor dit onderzoek correct en efficiënt verloopt, zodat het onderzoek naar potentieel effectieve nieuwe behandelingen of diagnostische testen niet vertraagd wordt door de toetsingsprocedure. Eerder onderzoek van onze groep liet zien dat medisch-ethische toetsing van multicentrisch onderzoek volgens de richtlijn uit 2004 een langdurige en inefficiënte procedure was, die gepaard ging met een grote investering van tijd en middelen.1,2 Meerdere onderzoeksgroepen beschreven hun ervaringen met langdurige toetsingsprocedures voor multicentrisch onderzoek.2-5
Om deze situatie te verbeteren is recent een nieuwe richtlijn voor de toetsingsprocedure van multicentrisch onderzoek van kracht geworden.6 Deze richtlijn werd recent in het NTvG geëvalueerd.7 In dit artikel bespreken wij of deze richtlijn daadwerkelijk tot de gewenste verbetering heeft geleid.
Reacties