Samenvatting
Doel
Onderzoeken of bewoners van achterstandswijken vaker gebruikmaken van thuiszorg en of dit komt doordat veel van deze bewoners een geringer inkomen en vermogen hebben.
Opzet
Retrospectief, beschrijvend onderzoek.
Methode
We gebruikten gegevens over thuiszorggebruik van personen van 50 jaar en ouder van het Centraal Administratie Kantoor uit 2007 in combinatie met fiscale gegevens over inkomen en vermogen. Op basis van postcodegegevens werd onderscheid gemaakt tussen 40 ‘aandachtswijken’ en alle overige wijken in Nederland.
Resultaten
In aandachtswijken kregen meer bewoners thuiszorg dan in andere wijken. Dit gold vooral voor inwoners van 50-69 jaar. Wanneer rekening werd gehouden met verschillen in leeftijd, geslacht en herkomstgroepering, was dit verschil groot (oddsratio (OR): 1,31). Na correctie voor verschillen in inkomen was het verschil gehalveerd (OR: 1,17) en na aanvullend rekening te houden met vermogen was het verschil minimaal (OR: 1,06). Wel waren er in aandachtswijken meer mensen die gebruikmaakten van huishoudelijke hulp (OR: 1,12), maar juist minder mensen die gebruikmaakten van persoonlijke verzorging (OR: 0,95). Dit laatste gold vooral voor bewoners van 80 jaar en ouder (OR: 0,88).
Conclusie
Bewoners van achterstandswijken maken vaker gebruik van thuiszorg doordat veel van deze bewoners een laag inkomen of weinig vermogen hebben. Wijzigingen in de thuiszorg op nationaal en lokaal niveau moeten extra aandacht geven aan mensen met financiële problemen en aan de wijken waarin zij wonen.
Reacties