Klinisch beeld en gevaren van brucellose in Nederland

Klinische praktijk
Jan A. Kaan
Florine N.J. Frakking
Nicolaas L.A. Arents
Sander Anten
Hendrik I.J. Roest
Ph.H. (Flip) Rothbarth
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2012;156:A4460
Abstract

Dames en Heren,

Brucellose is een bacteriële zoönose die wordt veroorzaakt door verschillende Brucella-soorten en die wereldwijd nog steeds meer dan 500.000 ziektegevallen per jaar tot gevolg heeft.1 Sinds de Nederlandse veestapel in 1999 officieel brucellavrij werd verklaard, komt brucellose in Nederland uitsluitend voor als importziekte.

In deze klinische les beschrijven wij 3 patiënten met koorts na een bezoek aan Irak en Turkije, bij wie min of meer onverwacht de diagnose ‘brucellose’ werd gesteld. Brucellose hoort thuis in de differentiële diagnose bij koorts na bezoek aan een endemisch gebied, zoals landen rond de Middellandse Zee en het Midden-Oosten.1 Vroege herkenning van het ziektebeeld is mede van belang, omdat kweek van het micro-organisme een aanzienlijke kans op besmetting van laboratoriummedewerkers oplevert.

Patiënt A, een 56-jarige vrouw met sarcoïdose, kwam bij de huisarts met sinds 5 weken klachten van koorts en koude rillingen; zij had in die tijd een…

Auteursinformatie

St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein/Utrecht, afd. Medische Microbiologie en Immunologie, Nieuwegein.

Drs. J.A. Kaan, arts-microbioloog; dr. F.N.J. Frakking, aios medische microbiologie.

Laboratorium voor medische microbiologie, Veldhoven.

Dr. N.L.A. Arents, arts-microbioloog.

Rijnland ziekenhuis, Leiderdorp.

Afd. Interne Geneeskunde: drs. S. Anten, internist.

Afd. Microbiologie: dr. P.H. Rothbarth, arts-microbioloog.

Wageningen UR, Centraal Veterinair Instituut, afd. Bacteriologie en TSE’s, Lelystad.

Drs. H.I.J. Roest, dierenarts-onderzoeker.

Contact drs. J.A. Kaan (jakaan@antoniusziekenhuis.nl)

Verantwoording

Jarmo Hunting (internist, St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein), Marten Nijziel (internist, Máxima Medisch Centrum, Veldhoven), Saskia Kuipers (arts-microbioloog, UMC St Radboud, Nijmegen), Daan W. Notermans en Frans Reubsaet (beiden RIVM, Bilthoven), Pierre Rutten (sociaal-verpleegkundige, GGD Brabant-Zuidoost) leverden informatie en commentaar op het manuscript.
De 16S-rRNA-gensequentieanalyse werd uitgevoerd door het LUMC, Leiden; seroagglutinatietesten werden uitgevoerd door het RIVM, Bilthoven. Specifieke kweek uit kaas, determinatie met PCR en bevestiging hiervan met MVLA werd uitgevoerd door het Centraal Veterinair Instituut, Lelystad.
Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 22 februari 2012

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Denk aan brucellose!

 

Naar aanleiding van de klinische les van Kaan et al in het NTvG van 19 maart jongstleden is een geval van een 17-jarige jongen een extra waarschuwing voor de verraderlijke aard van Brucella. Deze van oorsprong Irakese jongeman woonde tien maanden in Nederland toen hij zich presenteerde op de spoedeisende hulp met een pijnlijke zwelling aan het achterhoofd. In verband met spina bifida had hij al jaren een ventriculoperitoneale drain (VPD). Een CT-scan toonde disconnectie van het Rickham reservoir en een subcutane vochtcollectie aldaar waarvan de visceuze vloeistof een verhoogd aantal leukocyten opleverde (geschat 3000 cellen / μL waarvan 21% lymfocyten, 1% monocyten en 78% segmentkernige cellen). In afwachting van de kweekuitslag ging hij naar huis, echter drie dagen later kwam hij terug vanwege koorts en onder verdenking van meningitis secundair aan een geïnfecteerde drain werd de VPD verwijderd en een nieuwe geplaatst. Pas na deze operatie groeide uit de allereerste kweek  Brucella melitensis. Liquor afgenomen uit het nieuwe reservoir leverde dezelfde verwekker op. Bloedkweken waren negatief. Een PET-scan toonde een verhoogd metabolisme in het gehele drainverloop. Patiënt werd gedurende 6 maanden behandeld met doxycycline 200 mg 1 dd 1, rifampicine 450 mg 2 dd 1 (na 3 maanden 300 mg 2 dd 1), cotrimoxazol 1440 mg 2 dd 1 (na 3 maanden 960 mg 2 dd 1).

Zes maanden later kwam patiënt terug met koorts zonder duidelijk focus. Uit liquor werd wederom Brucella melitensis gekweekt. Daarnaast was er serologisch sprake van een significante titerstijging in de complementbindingsreactie en agglutinatietest (beide titers 1:320). Ditmaal werd de volledige VPD verwijderd en een derde ventriculostomie werd verricht. Behandeling werd herstart met bovengenoemde antibiotica. Acht weken na de ingreep waren er geen ziekteverschijnselen.

Dit verhaal laat zien dat er aan een brucellose moet worden gedacht bij patiënten uit endemische gebieden, en dat brucellose in aanwezigheid van kunstmateriaal moeilijk te behandelen is. Daarnaast illustreert deze casus het gevaar van onvermoede brucellose en de gevolgen daarvan voor behandelaars en laboratoriummedewerkers. Omdat afname en bewerking van verschillende materialen gebeurde zonder voorzorgsmaatregelen werd uiteindelijk profylaxe voorgeschreven aan zeven ziekenhuismedewerkers; 70 medewerkers werden serologisch vervolgd.

 

 

Drs. Jaap ten Oever, internist-in-opleiding tot infectioloog, UMC St Radboud, Nijmegen

Drs. Joost Hopman, arts-microbioloog/hoofd Hygienen en Infectiepreventie, UMC St Radboud, Nijmegen

Dr. Saskia Kuipers, arts-microbioloog, UMC St Radboud, Nijmegen