Samenvatting
-
Neuromodulatie wordt toegepast als behandeling van het overactieve-blaassyndroom, indien conservatieve therapie niet of niet volledig effectief is.
-
Door verbetering van de chirurgische techniek is sacrale neuromodulatie een minimaal-invasieve behandeling geworden, met goede langetermijnresultaten. Echter, het risico op complicaties, zoals pijn, en afname van het effect blijft aanwezig.
-
Ontwikkelingen in alternatieve neuromodulatiebehandelingen, zoals stimulatie van de N. tibialis posterior of N. pudendus, en intravesicale injectietherapie met botulinetoxine, hebben de rol van neuromodulatie vergroot.
-
Injectietherapie met botulinetoxine is naast sacrale neuromodulatie opgenomen in het behandelingalgoritme van het overactieve-blaassyndroom, indien deze niet reageert op conservatieve therapie.
-
Bij de keuze van een neuromodulatie therapie moet, naast de specifieke situatie van de patiënt en het bewijs voor het effect en het langetermijneffect, ook de bijwerkingen en complicaties van de behandeling in acht worden genomen.
Reacties