Samenvatting
Is er een rol voor de roman in de spreekkamer van de neuroloog? Ja, dankzij een goed boek of verhaal kan de belevingswereld van de neurologische patiënt duidelijker worden, zowel voor de patiënt zelf als voor de arts. Een roman is niet langer slechts een eindproduct of kunstvorm, maar kan ook een handvat bieden om ziektes en de beleving daarvan beter te begrijpen. Wij geven voorbeelden over migraine, de ziekte van Parkinson en amyotrofe laterale sclerose. Het gaat hier steevast om literaire beschrijvingen ‘van binnenuit’. Juist de neurologie leent zich voor een narratieve benadering, want dat is bij uitstek een vak waarin het verhaal van de patiënt centraal staat.
Narratieve neurologie
In dit lezenswaardige artikel van Ter Meulen et al. staat helaas (onder het kopje 'Amyotrofische laterale sclerose') een hinderlijke fout. Professor Morrie Schwartz is namelijk geen fictieve figuur, maar heeft daadwerkelijk bestaan, hetgeen een reden te meer mag zijn kennis te nemen van het onderhavige boek (en zijn gedachtegoed).
Isala klinieken, afd. Chirurgie, Zwolle
Dr. Robert Pierik, chirurg
Narratieve neurologie
Toen ik dit artikel had gelezen, was het alsof een spin door mijn hoofd liep. Had ik het goed gelezen?
Ooit werd in dit Tijdschrift verdedigd dat het geen slecht idee zou zijn om in Nederland bij de selectie van geneeskundestudenten meer waarde te hechten aan het antwoord op de vraag of zij meesterwerken uit de wereldliteratuur hebben gelezen dan aan negens voor natuur- en scheikunde. Het gaat er immers om dat dokters uit die literatuur kunnen hebben geleerd zich te verplaatsen in de gevoelens en ervaringen van hun patiënten. Maar de schrijvers van dit artikel gaan verder. Niet alleen de dokter, maar ook patiënten en hun verwanten moeten een roman lezen. Die zou voor uniek inzicht in de ziekte zorgen, aldus de schrijvers. ‘Narratieve neurologie’ noemen zij dat.
Met instemming citeren de auteurs de filosoof Heidegger en suggereren dat de natuurwetenschappelijke methode niet geschikt is om het wezen van de mens – lees: de patiënt – te leren kennen. Het ‘wezen’ van de mens is echter een verzinsel, waaraan dokter en patiënt niets hebben.
Geneeskunde is een wetenschap die zich niet bezighoudt met verzinsels en verhalen, maar met feiten en met als doel de oorzaken en gevolgen van ziekte zichtbaar te maken en weg te nemen. De natuurwetenschappelijke methode is hiervoor als enige geschikt en de basis van alle geneeskundige deskundigheid en bekwaamheid. Fictie kan de dokter helpen beter te begrijpen hoe de patiënt en diens omgeving ziekte ervaren. Maar inzicht in ziekte wordt niet verkregen door het lezen van romans, maar door het doen van grensverleggend wetenschappelijk onderzoek en het lezen van wetenschappelijke publicaties.
Natuurlijk mag je van een goede dokter meer verwachten: bekwaamheid, maar ook beschikbaarheid en beminnelijkheid. Onvoldoende beschikbaarheid is helaas de oorzaak van veel misverstand tussen dokter en patiënt. Beminnelijkheid en hoffelijkheid vallen aan te leren, bijvoorbeeld door het lezen van romans.
Beschikbaarheid in welke vorm dan ook, beminnelijkheid en bekwaamheid, alle drie – en in deze volgorde – geven het beroep van de dokter glans en maken dat tot een eigen kunst, de geneeskunst. Echter net als bij een kristal, worden schoonheid en glans beschermd door hardheid. Wetenschappelijk verkregen kennis van de dokter garandeert door haar hardheid de veiligheid van zijn kunst.
Rotterdam
Jan Molenaar, emeritus hoogleraar