Samenvatting
-
De pathogenese van pre-eclampsie kent 2 fasen. De eerste fase wordt gekenmerkt door insufficiënte placentatie, de tweede fase door een verhoogde afgifte uit de placenta van 2 angiogeneseremmende factoren, namelijk vrij circulerende vormen van fms-achtig tyrosinekinase 1 (sFlt-1) en van endogline (sEng).
-
In de maternale circulatie remmen sFlt-1 en sEng de effecten van de vasculair-endotheliale groeifactor (VEGF) en transformerende groeifactor ß (TGFß). Dit resulteert in endotheelcelactivatie en inflammatie en leidt uiteindelijk tot het klinisch beeld van pre-eclampsie.
-
De stijging van de plasmaconcentraties van sFlt-1 en sEng gaat 6-8 weken vooraf aan het optreden van pre-eclampsie.
-
Onderzocht wordt of de stijging in plasmaconcentraties van sFlt-1 en sEng in combinatie met een dalende concentratie placentaire groeifactor een bruikbare voorspeller voor pre-eclampsie vormen.
Reacties