De nieuwe CBO-richtlijn ‘Preoperatief traject’1 is om drie redenen een unieke richtlijn, namelijk wegens de aanleiding, het ‘bewijsgehalte’ en wegens de nadruk op de grote lijn in plaats van op gedetailleerde aanwijzingen voor de beste praktijkvoering.
Richtlijn om 3 redenen uniek
Allereerst de directe aanleiding. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bracht in 2007 een kritisch rapport uit over de gang van zaken in het preoperatieve proces in Nederlandse ziekenhuizen.2 Volgens de IGZ was er sprake van zeer diverse en onvolledige dossiervoering, was de informatievoorziening nauwelijks gestandaardiseerd en lieten de overdracht van informatie en de samenwerking tussen verschillende disciplines veel te wensen over. Ook de patiënt stond volgens de IGZ onvoldoende centraal, wat zich uitte in een gebrekkige communicatie met de patiënt en onvoldoende verslaglegging van hetgeen besproken was.
De tweede reden voor de uniciteit van de richtlijn is dat het vooral een gezond-verstandrichtlijn is. De beroepsverenigingen van…
Preoperatief traject
Graag wil ik reageren op het overigens zeer lezenswaardige artikel van Kalkman. Ten eerste vind ik het jammer dat als het over de kwaliteit van zorg gaat, er een horde postbodes, petrochemici, en nu weer bierbrouwers en telefoonverkopers wordt opgevoerd, die het beter zouden weten dan de zorgprofessionals. Waar komt toch die weg-met-ons mentaliteit vandaan in een tijd dat de dokters in de media zodanig onder vuur liggen, dat diverse wetenschappelijke verenigingen zich genoodzaakt zien een apologetische oproep in de NRC te plaatsen? Ten tweede wordt dezelfde gedachtesprong als bij veel utopisten gemaakt: als we de werkelijkheid maar in een systeembenadering vangen, zal het wel beter gaan, net als in de telefoontjesindustrie. Dat gaat naar mijn mening voorbij aan het grote verschil bij de gezondheidszorg: ultimo valt de kwaliteit van de zorg door het prisma van de individuele dokter,die naar beste kennis en kunde de individuele patiënt behandelt. Dat prisma is wel geslepen in een kwalitatief hoogstaande vooropleiding, maar de persoonlijke inschatting van de dokter in de spreekkamer is bepalend. Zo kunnen 2 dezelfde specialisten andere diagnoses en behandelingen voorstellen aan patiënten, al werken ze ook in protocollair verband met elkaar. Dat het perioperatief traject beter georganiseerd moet worden, ben ik geheel met Kalkman eens. Dat de genoemde richtlijn een waardevolle stap daarin is, vind ik ook. Maar dan wel met de juiste argumenten.
Jan-Kees Jol, KNO-arts, Reinier de Graaf Gasthuis, Delft