Tijdelijk effect fysiotherapie bij matig ernstig COPD

Nieuws
Ben Ponsioen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2010;154:A1872

Waarom dit onderzoek?

Revalidatie van patiënten met ernstig COPD is kosteneffectief. COPD wordt echter meestal eerder ontdekt bij patiënten in een niet-ernstig stadium van COPD.

Onderzoeksvraag

Wat is het effect van reactiveringsfysiotherapie bij patiënten met matig-ernstig COPD en wat zijn de kosten en opbrengsten op de korte en lange termijn…

Auteursinformatie

Contact (b.ponsioen@erasmusmc.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties

Carel
van Wetering

In NTvG 2010;154:A1872 wordt onze studie naar de kosteneffectiviteit van een COPD managementprogramma samengevat door dhr. B. Ponsioen. De uitkomsten van deze studie zijn recent gepubliceerd in Thorax (2010;65:7-13) en in the European Respiratory Journal (2010; 35: 79–87).

 Wij zijn van mening dat de gepubliceerde samenvatting een onjuiste weergave en interpretatie biedt van onze studie.
De vraagstelling van het onderzoek betrof niet het effect van “reactiveringsfysiotherapie”, maar de kosteneffectiviteit van een multidisciplinair COPD managementprogramma. Het programma betrof een fysieke trainingscomponent, zelfmanagementvaardigheden, educatie voor alle patiënten en op indicatie voedingstherapie of stoproken interventie en werd uitgevoerd door fysiotherapeuten en diëtisten in de eerste lijn en longverpleegkundigen in het ziekenhuis.
In het artikel wordt opgemerkt dat het programma geen effect had op de progressie van COPD, waarbij niet wordt aangegeven wat hieronder wordt verstaan. Indien hiermee de longfunctiestoornis wordt bedoeld, dan is het van belang om op te merken dat het programma niet als doel had de longfunctie te verhogen, maar om de kwaliteit van leven, kortademigheid en inspanningscapaciteit te verbeteren.
De heer Ponsioen bespreekt uitsluitend de primaire uitkomstmaten van de studie (ziektespecifieke kwaliteit van leven, exacerbatiefrequentie) en de 6 minuten looptest als secundaire uitkomstmaat. Naast de kwaliteit van leven en de 6 minuten looptest waren ook de dyspnoesensatie, het uithoudingsvermogen tijdens een fietstest en de door de patiënt ervaren effectiviteit van het programma gunstiger ten opzichte van de controlegroep die usual care ontving. Verschillen tussen behandel - en controlegroep werden niet alleen na 4 maanden aangetoond maar ook na 24 maanden in tegenspraak tot de conclusie van dhr. Ponsioen dat het effect van het programma slechts tijdelijk was. 
Het COPD managementprogramma kostte geen € 2800 zoals vermeld in het artikel, maar € 1520. Het verschil in totale kosten tussen beide groepen bedroeg € 2751. De uitkomstmaat voor kosteneffectiviteit betrof niet de programmakosten, maar de incrementele kosten per gewonnen QUALY (Quality-adjusted life year) In onze studie waren deze kosten € 32.425. Indien 5 patiënten verwezen voor klinische longrevalidatie in een revalidatiecentrum werden geëxcludeerd van de analyses, dan werd het verschil in totale kosten tussen beide groepen gereduceerd tot € 909 en de incrementele kosten per QALY tot € 8.421.

Onze conclusie van de trial is dat longrevalidatie niet alleen geïndiceerd is voor COPD patiënten met een ernstige luchtwegobstructie maar ook voor inspanningsbeperkte COPD patiënten met een minder ernstige luchtwegobstructie. Het multidisciplinaire behandelprogramma bleek uitvoerbaar in een transmurale setting en kosteneffectief.

Carel van Wetering, fysiotherapeut, Maxima Medisch Centrum
Normal 0 21 false false false NL X-NONE X-NONE MicrosoftInternetExplorer4 /*-->*/ /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-priority:99; mso-style-qformat:yes; mso-style-parent:""; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:11.0pt; font-family:"Calibri","sans-serif"; mso-ascii-font-family:Calibri; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-fareast-font-family:"Times New Roman"; mso-fareast-theme-font:minor-fareast; mso-hansi-font-family:Calibri; mso-hansi-theme-font:minor-latin; mso-bidi-font-family:"Times New Roman"; mso-bidi-theme-font:minor-bidi;}

Ir. Martine Hoogendoorn, institute for Medical Technology Assessment (iMTA), Erasmus MC Rotterdam

Dr. Maureen P M H Rutten-van Mölken, institute for Medical Technology Assessment (iMTA), Erasmus MC Rotterdam

Prof. dr. ir. Annemie M.W.J. Schols, vakgroep Pulmonologie en NUTRIM, Maastricht UMC+, Maastricht 

Hartelijk dank voor de reactie van Carel van Wetering op het ‘in het kort’ over het effect van fysiotherapie bij COPD.  Het bovenstaande in het kort is de samenvatting van twee artikelen in 280 woorden. Ik heb deze samenvatting geschreven om meer bekendheid te geven aan het  belangrijke resultaat van deze studies: "inspanningsbeperkte COPD patiënten met een minder ernstige luchtwegobstructie hebben baat bij longrevalidatie''. Identificatie van deze groep patienten wordt bevorderd door samenwerking tussen patient en  huisarts en in een aantal gevallen door de fysiotherapeut[1].
Het is intussen gebruikelijk geworden om COPD-patienten met inspanningsbeperking door minder ernstige luchtwegobstructie rubriceren als: COPD met ''matige ziektelast' [2].
''Revalidatie'' bij deze groep patienten in de eerste lijn wordt om schreven als ‘reactivering’. Natuurlijk omvat ''reactiveringsfysiotherapie'' hier het geheel van een multidisciplinair gemanaged programma met  fysieke training, zelfmanagementvaardigheden en educatie van patienten met COPD, conform de huidige richtlijnen van het  KNGF[3]. 
Met progressie van COPD doel ik op het door de patient gepercipieerde kortademigheid en afname van zijn inspanningsvermogen. Ik heb mij bij de bespreking beperkt tot de primaire uitkomstmaat. Wanneer langetermijn effecten op secundaire uitkomstmaten zijn aangetoond is dat gunstig, zeker wanneer de kosten bij verder berekening lager blijken. 
De studie van Wetering onderbouwt het belang van de samenwerking tussen huisarts en fysiotherapeut bij de diagnostiek en het bepalen van de ziektelast bij een selecte groep van COPD-patienten.  Het is te wensen dat  een zodanige follow up bij deze patienten wordt ontwikkeld dat het door van Wetering et al. aangetoonde effect  zal beklijven.

Ben Ponsioen. b.ponsioen@erasmusmc.nl

Referenties

1) www.astmafonds.nl  Zorgstandaard COPD patienten versie. Astma Fonds 2010

2) www.longalliantie.nl   Zorgstandaard COPD. Long Alliantie Nederland 2010

3) www.kngfrichtlijnen.nl  COPD Praktijkrichtlijn en Verantwoording en toelichting versie 201.2008