Kwaliteit van zorg heeft de laatste jaren een prominenter plaats gekregen in de gezondheidszorg. Dit blijkt alleen al uit de veelheid aan prestatie-indicatoren die recent ontwikkeld zijn. Een prestatie-indicator is een meetbaar element van de zorgverlening dat een indicatie moet geven van de prestaties van een zorgaanbieder. Het gebruik van indicatoren kan zowel een externe doelstelling hebben, zoals verantwoording en transparantie, als een interne, zoals kwaliteitsverbetering. De basisset van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is een voorbeeld van de externe doelstelling.1 Zorginstellingen zetten indicatoren in voor controle en sturing van processen om kwaliteit van zorg te verbeteren. Twee typen prestatie-indicatoren zijn daarvoor toepasbaar: uitkomstindicatoren (bijvoorbeeld sterfte 30 dagen na een acuut myocardinfarct) en procesindicatoren (bijvoorbeeld tijd tussen de binnenkomst van de patiënt in het ziekenhuis en het toedienen van trombolytica (‘door to needle time’ voor trombolyse na een herseninfarct)). Bij de selectie van indicatoren kiezen wetenschappelijke werkgroepen van…
Prestatie-indicatoren: de rol van taakonzekerheid
Onzekere prestatie-indicatoren
De auteurs schrijven : “Kwaliteit van zorg heeft de laatste jaren een prominenter plaats gekregen in de gezondheidszorg. Dit blijkt alleen al uit de veelheid aan prestatie-indicatoren die recent ontwikkeld zijn Een prestatie-indicator is een meetbaar element van de zorgverlening dat een indicatie moet geven van de prestaties van een zorgaanbieder. . Het gebruik van indicatoren kan zowel een externe doelstelling hebben, zoals verantwoording en transparantie”…. Er lijkt een verband tussen kwaliteit en meerdere prestatie-indicatoren gesuggereerd te worden en transparantie wordt zondermeer aangenomen. Meetbaarheid is onvoldoende voor een dergelijk verband. Appels en peren kunnen beide geteld worden en zijn dus meetbaar. In de eerste klas lager school leerden we dat appels en peren niet kunnen worden opgeteld. Rekenoperaties kunnen alleen uitgevoerd worden op vergelijkbare getallen. De eis van vergelijkbaarheid is zeer streng. Dit is de centrale hoofdstelling van de keuzetheorie. De keuzetheorie (en cryptografie) houdt zich bezig met wat er gebeurd als we de rekenregels van de lagere school overtreden. De wiskundige litteratuur is zeer kritisch over verwaarlozing van de rekenregels.[1] Gebrek aan transparantie kunnen we vertalen naar het wiskundige begrip inconsistentie. Als FC Groningen wint van Feyenoord en Feyenoord van Ajax is het bepaald niet zeker dat FC Groningen van Ajax wint. Er zijn uitgebreide tabellen beschikbaar met berekeningen van het aantal inconsistenties.[2] Vanaf 4 zorgaanbieders is het de verwachte waarde van inconsistentie >50 %.Hoogstens kan met behulp van een statistische test en de tabellen van Kendall voor de verwachte waarde van de inconsistenties beoordeeld worden of het verkregen resultaat afwijkt van het toeval2. Maar daarmee is men de inconsistentie niet kwijt en is nog steeds geen volstrekte transparantie. De vermelde transparantie is niet vanzelfsprekend. De auteurs laten na transparantie middels toegenomen consistentie van de gebruikte prestatie-indicatoren met de bestaande statistische methoden plausibel te maken. De auteurs verwerken de consequenties van de rekenregels van de eerste klas lagere school (nu groep 3) niet op adequate wijze in hun betoog , laten na een rekenregel voor het verband tussen kwaliteit en prestatie-indicatoren te vermelden en onderbouwen transparantie niet. Arturo Knol, huisarts, Groningen