artikel
Inleiding
Het testiscarcinoom is de meest voorkomende maligne tumor bij jonge mannen in geïndustrialiseerde landen.1 De incidentie en de mortaliteit van het testiscarcinoom in Europa bedragen respectievelijk 6,3 en 0,38 gevallen per 100.000 mannen per jaar.2 Seminomen vormen ongeveer 40-50% van alle testiscarcinomen.2,3 Het ontstaan van testiscarcinomen is multifactorieel. Vermoede oorzaken zijn genetische predispositie, chemische carcinogenese, trauma en orchitis.1,4 Ook een ectopische ligging van de testis lijkt een cruciale factor in de carcinogenese,4 aangezien bij niet-scrotale testis (NST) 3 tot 10 keer zo vaak maligne tumoren voorkomen.1
NST is een van de meest voorkomende congenitale urogenitale afwijkingen bij mannen. NST is klinisch relevant vanwege de relatie met verminderde fertiliteit en het verhoogde risico op het ontstaan van een testiscarcinoom.5 De meest voorkomende indicaties voor orchidopexie zijn het vergemakkelijken van zelfonderzoek en het optimaliseren van de fertiliteitsontwikkeling. Bovendien verdient het de voorkeur om persisterende NST op jonge leeftijd chirurgisch te behandelen, teneinde het risico op testiscarcinoom te verkleinen.1,4
In dit artikel wordt een man besproken die buikpijn en hematurie had als gevolg van een intra-abdominaal seminoom, uitgaande van een NST.
Ziektegeschiedenis
Patiënt A, een 36-jarige man van Afghaanse origine, werd door zijn huisarts naar ons ziekenhuis verwezen vanwege buikklachten met echografische aanwijzingen voor een afwijking in de onderbuik. Zijn voorgeschiedenis vermeldde een aangeboren NST rechts en poliomyelitis op de kinderleeftijd. Anamnestisch had patiënt sinds 3 maanden klachten van pijn rechts onder in de buik en een episode met pijnloze hematurie 6 weken vóór het bezoek aan de huisarts.
Bij lichamelijk onderzoek was de rechter testis niet palpabel in het scrotum of lieskanaal. Behalve een atrofisch linker been als gevolg van de poliomyelitis werden geen andere afwijkingen gevonden. Een echo van de buik toonde een bolvormige, goed gevasculariseerde structuur craniaal van de vesiculae seminales.
Laboratoriumonderzoek had de volgende uitslagen (referentiewaarden tussen haakjes): lactaatdehydrogenase: 1147 U/l (225-450); β-fractie van humaan choriongonadotrofine: 10 U/l (
Op een CT-scan was rechts paramediaan een hyperdense afwijking met een diameter van 63 mm zichtbaar; deze was presacraal gelegen en stond niet in relatie met de vesiculae of de prostaat (figuur 1 en 2). In het bekken, retroperitoneaal, naast de linker nier en rond de pylorus van de maag waren pathologisch vergrote lymfklieren aanwezig. Met beeldvorming werden geen metastasen op afstand en ruimte-innemende processen in de linker testis aangetoond; ook hydronefrose werd niet gezien.
Pathologisch-anatomisch onderzoek van een biopt, dat CT-geleid werd verkregen, wees erop dat het om een seminoom ging. Immunohistochemische kleuring van de tumor toonde expressie van placentaire alkalische fosfatase en OCT3/4 (een transcriptiefactor die geldt als marker van seminomen), waardoor de diagnose ‘seminoom’ werd ondersteund.
De patiënt werd naar een academisch centrum verwezen voor verdere behandeling. Vanwege het seminoom in stadium IIIb (cTxN3M0S2) werd combinatiechemotherapie met bleomycine, etoposide en cisplatine (BEP) gegeven. Radiologisch follow-uponderzoek na het beëindigen van de chemotherapie toonde een dystrofische, hypovasculaire rechter testis met een grootte van 44 x 26 mm en inhomogene gebieden passend bij restlaesies of fibrotische veranderingen. Er werd geen lymfadenopathie meer gevonden en de uitslagen van de tumormarkers daalden naar normale waarden. Er werd besloten de restlaesies te blijven controleren met behulp van beeldvorming en tumormarkers.


Beschouwing
Van de aterm geboren jongens heeft 1-9% een NST. Door spontane indaling van de testis daalt het aantal gevallen tot 0,3-2,4% op de leeftijd van 3 maanden.6 Daarna is indaling zeldzaam.7 Nadelige effecten die infertiliteit en maligniteit kunnen veroorzaken bij een NST beginnen al ruim voor het 2e levensjaar.5,8 Van alle mannen met een testiscarcinoom heeft 5-10% een voorgeschiedenis van NST.4 Hoewel het mechanisme niet geheel duidelijk is, kan de relatie tussen NST en testiscarcinoom worden verklaard door een gemeenschappelijke etiologische predisponerende factor of door de niet-anatomische ligging van de testis, die maligne transformatie uitlokt.1
Behandeling
De initiële behandeling van een seminoom is gebaseerd op stagering volgens het TNM-systeem (tabel 1) en op richtlijnen van de International Germ Cell Cancer Collaborative Group (IGCCCG).2 De IGCCCG heeft een classificatie ontwikkeld voor testiculaire kiemceltumoren, waarbij patiënten in verschillende prognostische groepen worden verdeeld; de uitkomst van combinatiechemotherapie wordt voorspeld op basis van histologische kenmerken van de tumor, de primaire locatie, de locatie van metastasen en de waarden van tumormarkers (tabel 2). Het totale genezingspercentage voor testiculaire kiemceltumoren, inclusief gemetastaseerde tumoren, is meer dan 80.9 Patiënten met een seminoom in een gevorderd stadium (stadium IIC, III) worden bij voorkeur behandeld met 3 of 4 cycli BEP, vanwege het grote aantal recidieven als alleen radiotherapie wordt gegeven.2,10 Restlaesies na primaire chemotherapie kunnen wijzen op tumorresten; follow-uponderzoek moet in eerste instantie bestaan uit beeldvorming en het controleren van tumormarkers.10 Bij progressie dient men chemotherapie te geven, zo nodig aangevuld met operatief ingrijpen.3,10 De hier besproken patiënt werd met 3 cycli BEP behandeld omdat hij een seminoom in een gevorderd stadium had met een prognostisch goede classificatie.


Het risico op testiscarcinoom is bij jongens met congenitale NST 2 tot 8 keer zo hoog als in de gezonde populatie. Jongens die voor hun 13e jaar een orchidopexie ondergaan, hebben een 2 maal zo grote kans op een maligniteit van de testis als de gezonde populatie.7 Bij behandeling na het 13e jaar is het risico 2 tot 3,5 keer zo hoog als bij jongens die op jongere leeftijd zijn behandeld.1,4,7 Recente studies laten zien dat de behandeling van voorkeur bij persisterende NST bestaat uit orchidopexie op de leeftijd van 6-12 maanden,4,6,7 en bij verwijzing op oudere leeftijd: vóór het 13e jaar.
Tot slot
Hoewel behandeling van congenitale NST noodzakelijk is, wordt een kleine groep jongens niet of pas op latere leeftijd geopereerd. Hierdoor komen zeldzame gevallen van intra-abdominaal seminoom voor. Met deze casus van lymfogeen gemetastaseerd seminoom wordt de noodzaak benadrukt van orchidopexie bij congenitale NST om het risico op maligniteit en infertiliteit te verkleinen. Verder vergemakkelijkt orchidopexie de vroege detectie van testiculaire afwijkingen. Voorts illustreert deze casus dat bij een patiënt met een NST die buikklachten heeft, moet worden gedacht aan de mogelijkheid van intra-abdominale problemen als gevolg van de NST.
Leerpunten
-
Van de aterm geboren jongens heeft 1-9% een niet-scrotale testis (NST).
-
Op de leeftijd van 3 maanden bedraagt dit percentage 0,3-2,4. Daarna is indaling zeldzaam.
-
Een NST geeft een grotere kans op infertiliteit en een 2 tot 8 keer zo hoog risico op een testiscarcinoom.
-
De behandeling van voorkeur bij persisterende NST bestaat uit orchidopexie op de leeftijd van 6-12 maanden, en bij verwijzing op latere leeftijd: vóór het 13e jaar.
Literatuur
Walsh TJ, Dall’Era MA, Croughan MS, Carroll PR, Turek PJ. Prepubertal orchiopexy for cryptorchidism may be associated with lower risk of testicular cancer. J Urol. 2007;178:1440-6.
Huddart R, Kataja V. Testicular seminoma: ESMO clinical recommendations for diagnosis, treatment and follow-up. ESMO Guidelines Working Group. Ann Oncol. 2008;19 Suppl 2:ii49-51.
Feldman DR, Bosl GJ, Sheinfeld J, Motzer RJ. Medical treatment of advanced testicular cancer. JAMA. 2008;299:672-84.
Pettersson A, Richiardi L, Nordenskjold A, Kaijser M, Akre O. Age at surgery for undescended testis and risk of testicular cancer. N Engl J Med. 2007;356:1835-41.
Swerdlow AJ, Higgins CD, Pike MC. Risk of testicular cancer in cohort of boys with cryptorchidism. BMJ. 1997;314:1507-11.
Hack WWM, Sijstermans K, van der Voort-Doedens LM, Meijer RW, Heij HA, Delemarre-van de Waal HA, et al. De niet-scrotale testis: huidige inzichten en advies voor behandeling. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:246-52.
Van der Horst HJR, de Gier RPE, de Jong TPVM, van den Hoek J, Callewaert PRH, Feitz WFJ. De niet-scrotale testis: argumenten vóór vroeg behandelen, mits retractiele testis en verworven niet-scrotale testis zijn uitgesloten. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:253-8.
Hadziselimovic F, Herzog B. The importance of both an early orchidopexy and germ cell maturation for fertility. Lancet. 2001;358:1156-7.
International Germ Cell Cancer Collaborative Group. International Germ Cell Consensus Classification: a prognostic factor-based staging system for metastatic germ cell cancers. J Clin Oncol. 1997;15:594-603.
Albers P, Albrecht W, Algaba F, Bokemeyer C, Cohn-Cedermark G, Horwich A, et al. Guidelines on testicular cancer. Eur Urol. 2005;48:885-94.
De noodzaak van orchidopexie
Met verbazing lazen wij dit artikel, waarin de ziektegeschiedenis van een 36-jarige Afghaanse man met een enkelzijdige, niet-scrotale testis (NST) en een seminoom beschreven wordt.
Uit deze n=1-studie trekken de auteurs conclusies die niet zijn onderzocht. In de samenvatting staat dat tijdige diagnose en behandeling van NST essentieel zijn, gezien het verhoogde risico op het ontstaan van testiscarcinoom en infertiliteit door een ectopische ligging van de testis. Geldt deze conclusie alleen voor ectopische testis? Verder staat dat een orchidopexie op de leeftijd van 6-12 maanden moet plaatsvinden om het risico op het ontstaan van een maligniteit of infertiliteit te verlagen.
Uit de literatuur blijkt evenwel dat niet bewezen is dat vroeg opereren leidt tot verbetering van de fertiliteit of vermindering van de kans op maligne ontaarding. In tegendeel, er zijn ook aanwijzingen voor een toename van de testismaligniteiten door orchidopexie [1].
In Nederland is afgesproken dat testes die vanaf de geboorte nooit scrotaal waren te opereren vóór de leeftijd van 18 maanden. Het is echter mogelijk dat deze testes in aanleg afwijkend zijn en de oorzaak ziin van de indalingsstoornis, de hogere kans op infertiliteit en maligne ontaarding [2]. Door de testes in het scrotum te brengen kan maligniteit eerder gesignaleerd worden. Het advies is ook dat indien de operatie niet voor de leeftijd van 18 maanden is uitgevoerd, gewacht kan worden tot de puberteit om onnodige operaties te voorkomen. Bij persisterende NST in de puberteit is een operatie geïndiceerd. Waarschijnlijk is de Afghaanse patiënt niet door de JGZ gezien en is dit beleid niet gevolgd.
Uit bovenstaande wordt duidelijk dat de laatste twee leerpunten die bij het artikel genoemd worden niet bewezen en mogelijk zelfs onjuist zijn. Door de toename van testismaligniteiten en orchidopexieën is er dringend behoefte aan een evidence-based advies over NST. Met RCT’s moet nagegaan worden of operatie leidt tot minder maligniteiten en verbetering van de fertiliteit. Hierbij is het van groot belang dat ook onderzoeken die geen effect van vroege operatie laten zien gepubliceerd worden. Duidelijk is wel dat de discussie rond niet-scrotale testes nog steeds niet gesloten is. Een multidisciplinaire richtlijn is in voorbereiding.
Literatuur
[1] Swerdlow AJ, Higgins CD, Pike MC. Risk of testicular cancer in cohort of boys with cryptorchidism. BMJ. 1997;314:1507-11.
[2] HiraSing RA, van Leerdam FJM. Nog steeds onduidelijkheden over het beleid bij niet-scrotale testis: vroeg opereren versus onderbouwd afwachten. Ned Tijdschr Geneeskd. 2008;152:243-5.
VU Medisch Centrum, EMGO-Instituut, afdeling Sociale Geneeskunde, sectie Jeugdgezondheidszorg, Amsterdam
Prof.dr. R.A. HiraSing, hoogleraar Jeugdgezondheidszorg
Dr. F.J.M. van Leerdam, gastmedewerker