Tijdens de tweede week van mijn coschap huisartsgeneeskunde roep ik aan het einde van de middag de volgende patiënt binnen. We lopen richting mijn spreekkamer. Een schuchtere blik en opgetrokken schouders lopen door de gang van de praktijk, terwijl een kleine portie tegenzin wordt opgevangen door mijn sociale radar. Achter het meisje staat een dame op uit de wachtkamer die zowel qua uiterlijk als mimiek overduidelijk de moeder is. Ook hier valt direct op dat oogcontact tot een minimum wordt beperkt. Niet wat ik had verwacht van spierpijn na een lange wandeling als ingangsklacht.
Tijdens de anamnese blijkt de notitie van de doktersassistente volledig te kloppen. Een vage, lichte pijn in het bovenbeen na een wandeling in een Zuid-Europese stad. Niets meer, niets minder. Geen trauma, geen afwijkingen bij lichamelijk onderzoek en geen onverklaarbare enge zwellingen. De medische alarmbellen gaan allesbehalve af.
Hoewel ik al vroeg in het consult bezig was met bepalen hoe ik dit consult kon afsluiten met een expectatief beleid, bekruipen mij toch meerdere vragen. Waarom kijkt de patiënte zo vaak met minimale afschuw naar haar moeder? En waarom gaat deze moeder steeds een klein stukje meer voorover zitten, alsof ze het consult over wil nemen?
Dit puzzelstukje legt direct de sociale context van verslaving open en bloot
Een antwoord blijft uit, maar op het moment dat ik kort heb overlegd met de superviserende huisarts en mijn beleid bespreek, komt de aap uit de mouw. Zonder slag of stoot wordt het aankijken van de klachten geaccepteerd, maar de moeder komt nu volledig met de beide onderarmen op mijn bureau leunen en vraagt of ik ook iets voor haar kan doen. Terwijl de dochter, mijn oorspronkelijke patiënt, de mondhoeken laat hangen en de armen over elkaar slaat vraagt de moeder mij of ik even snel wat pijnstillers voor haar kan voorschrijven. Haar oxycodon is immers bijna op.
De pijn en het verdriet die ver in de ogen van de dochter schuilen, spreken boekdelen. Zij weet dondersgoed dat zij als instrument wordt ingezet om in de behoefte van haar moeder te voorzien. Terwijl de moeder juist haar wanhoop probeerde te verbloemen, legt dit laatste puzzelstukje ook direct de sociale context van opiatenverslaving open en bloot.
Diederik Paijens (25) is geneeskundestudent aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en loopt op dit moment zijn coschappen