In het afgelopen half jaar is er veel media-aandacht geweest voor de (potentiële) gevaren van de e-sigaret. Aanleiding vormden de berichten uit de VS over ernstige longproblemen en zelfs overlijden na gebruik van e-sigaretten. Veel van de longproblemen, maar lang niet alle, waren mogelijk toe te schrijven aan tetrahydrocannabinol (THC), dat wordt toegevoegd aan de e-vloeistof.1 Na alarmerende berichten vanuit de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose (NVALT) raakte de media-aandacht ook in ons land in een stroomversnelling. Longartsen maakten melding van acute, ernstige longproblemen, zoals massale hemoptoë, (organiserende) pneumonieën en astma-exacerbaties, bij gebruikers van e-sigaretten.
De e-sigaret is rond 2003 ontworpen in China en is kort daarna geïntroduceerd op de Europese markt, gestuurd door de gedachte dat de e-sigaret een minder schadelijk alternatief is voor de ‘gewone’ sigaret en een goede manier is om te stoppen met het roken van ‘gewone’ sigaretten. Uit onderzoek blijkt inderdaad dat een percentage rokers erin slaagt om met behulp van de e-sigaret te stoppen met roken,2 maar dit percentage is zeer gering.3 Veel rokers gebruiken uiteindelijk een e-sigaret en roken daarnaast een kleiner aantal ‘gewone’ sigaretten dan voorheen, een combinatie waarvan nooit is aangetoond dat die op termijn minder schadelijk is.
Er ontstond onrust onder artsen over het feit dat jongeren een e-sigaret als een hip, kleurrijk, smaakvol en relatief onschadelijk product begonnen te zien. Tot op heden is dit met name het geval in VS, waar inmiddels bijna 30% van middelbare scholieren dagelijks een e-sigaret gebruikt…
Reacties