artikel
De hoofdredactie neemt elke week de artikelen door die gepubliceerd zijn door Nederlandse onderzoekers en daarnaast al het onderzoek uit grote internationale bladen. Ik gebruik daarbij onze infographic over de beoordeling van wetenschappelijk onderzoek, die ik iedereen aanraad die snel en goed wetenschappelijke literatuur wil beoordelen (A9004). Om het leuk te houden, maak ik er altijd een spelletje van door te voorspellen wat de uitkomst gaat zijn. Vitamine D-studie? Altijd negatief. Oncologiestudie? Superklein effect op dubieuze eindpunten van heel erg duur middel. Ik heb daar natuurlijk niet altijd gelijk in, maar helaas wel heel vaak.
Mijn vooroordelen bij studies over gedragsverandering en preventie zijn: methodologie die net (niet) door de beugel kan, superklein effect op de korte termijn, verkregen met heel veel inspanning en in een zeer gemotiveerde populatie. We hebben daar eerder kritisch over geschreven (D3809, D3600).
‘Baat het niet, dan schaadt het niet’, zult u misschien zeggen. Dat ben ik dan niet met u eens. Als je patiënten voorhoudt dat hun problemen gewoon door henzelf oplosbaar zijn, geef je ze een heel grote kans te falen en een nieuwe reden om zichzelf te haten.
Nu kun je natuurlijk beweren dat het sowieso onze taak is om mensen te wijzen op het nut van gedragsverandering, en dat is waar. Wat je niet kunt beweren, is dat het ook werkt, want mensen zijn grammofoonplaten met heel diepe groeven. Er is een flinke klap nodig om de naald uit die groef te slaan.
Maar soms krijgen mensen ook heel harde klappen en dat is nou precies wel het moment waarop we met onze adviezen moeten komen. Dat heet dan een ‘teachable moment’ (D4835). Een zwangerschap of een hartinfarct is het perfecte moment om iemand nog eens te adviseren om met roken te stoppen of gezonder te gaan eten. Laat dat moment dus niet voorbijgaan. Blijf daarnaast ook vooral een beetje roepen in de woestijn. Misschien is er af en toe toch iemand die je hoort.
Verslavingsgeneeskundige interventies zijn wel bewezen effectief
Weer een prikkelend redactioneel van collega Van Eijsden en dat is van belang bij de verdere ontwikkeling van het vak verslavings(=leefstijl)geneeskunde. Er is inderdaad een 'preventie-hype' gaande; in ons land en ook onder dokters lijken er ineens vele 'preventie-goeroes' te bestaan.
Ook ik word als verslavingsarts geregeld 'goeroe' genoemd, terwijl wat mij betreft juist de patienten dé expert zijn van hun eigen leven én dus ook van hun eigen leefstijlveranderingsproces.
Mensen reduceren tot 'grammofoonplaten met heel diepe groeven' gaat mij te ver en daarmee helpen we mensen ook niet. Dat geldt ook door te beweren dat er een 'flinke klap nodig is om de naald uit die groef te slaan'. Het lijkt op zich een aardige metafoor, want gedragsverandering kan lastig zijn voor ons gewoonte- en kuddedieren, maar ook zonder flinke klap kunnen mensen die muur vast zitten in hun leefstijlgedrag oftewel mensen met een verslavingsziekte wel degelijk veranderen. Dit lukt niet altijd zonder hulp en soms is daarvoor zelfs gespecialiseerde multidisciplinaire verslavings(leefstijl)zorg nodig. En die zorg is inmiddels wel degelijk bewezen effectief.
Het is van belang dat alle dokters in Nederland gaan vragen naar alcohol drinkgedrag, roken, het eten van ongezond zwaar bewerkt voedsel en het zitgedrag en vervolgens patienten adviseren en motiveren om te veranderen als dat geïndiceerd is, want ook dat is bewezen effectief. Noem dit een klein klapje als je toch de grammofoon-metafoor wilt gebruiken.
Maar laat de begeleiding verder over aan goed opgeleide verslavings(leefstijl)coaches en in het geval van ernstig en complex ziek leefstijlgedrag (verslaving) aan de verslavings(leefstijl)arts en zijn of haar behandelteam. Net als bij neurochirurgische interventies geldt ook voor verslavingsgeneeskundige ingrepen: schoenmaker blijf vooral bij je leest [1] of maak een carriéreswitch, want we hebben de komende jaren veel gespecialiseerde leefstijl(verslavings)artsen nodig in ons land!
1. Van de Graaf RC. Smoking cessation counseling by physicians and dentists – Shouldn’t a cobbler stick to his last? Oral Oncol 2020;108:104952. doi: 10.1016/j.oraloncology.2020.104952
Robert van de Graaf, verslavings(leefstijl)arts, Verslavingszorg Noord Nederland
reactie auteur
Beste Robert,
Ik denk dat we elkaar wel de hand kunnen schudden. De bewezen effectieve leefstijlinterventies zijn zeer intensief en worden gedaan door mensen die daarin gespecialiseerd zijn. Dus schoenmakers en leesten... Overigens vind ik de resultaten dan nog steeds 'beperkt', maar dat is een subjectief oordeel en ik ben ervan overtuigd dat ze voor het individu van grote waarde kunnen zijn.
Het punt wat ik wil maken, en volgens mij zijn we het daarin ook eens, is dat we niet moeten denken dat we hele grote groepen mensen met een slechte leeftstijl kunnen helpen met eenvoudige of goedkope interventies, en dat is wel de illusie die in stand wordt gehouden door de "goeroes".
Groet,
Pieter van Eijsden
De jeugd schreeuwt om preventie
Kennelijk is de teloorgang van de preventieve geneeskunde met het verdwijnen van de Gezondheidsleer uit alle onderwijsvormen, van Huishoudschool tot "Medicijnen", niet bij de hoofdredacteur bekend. Dit loslaten en het verder afbouwen van het belang van de basisvakken in de medische curricula om de afslag van gezond naar afwijkend tijdens de groei te begrijpen brengt ons (met dank overigens aan Covid-19) tot het punt waar we nu zijn: de zorgvraag liep voor corona al uit de hand en de zorgkosten waren al niet meer op te brengen (Hoekstra) en de vooruitzichten rond stapelen chronische ziekten onafwendbaar. De "preventiehype" is geen hype, maar een oergevoel, een diepgevoeld (volks-)besef, dat we ooit de kracht van de Hygiëneleer met haar drie velden: infectiepreventie ( "water en zeep") , voeding hygiëne ( de Schijf van Vijf, "overal waar te voor staat is ongezond) en de hygiëne rond houding en bewegen bij het groeiend kind, waar het biomedisch denkveld "Orthopedie"ooit voor is ontstaan, overboord hebben gegooid. En de vooral Amerikaanse wijze van kijken naar gezondheid en ziekte hebben overgenomen. Helaas namen we ook de Amerikaanse leefstijl over , en dan kom je op een gegeven moment met de hele maatschappij voor het blok te staan. Het volk wordt zieker en zieker en verliest de opgetelde weerbaarheid van alle individuen, waar we hier ooit naar streefden. Er is geen kind meer in Nederland wat een "gezondheidscertificaat" meekrijgt in de volwassenheid. Er is geen Ministerie wat de verantwoordelijkheid voor de vroeger zo goed geregelde Lichamelijke Opvoeding nog draagt. Er is geen aandoening die niet voor een deel haar ontstaan aan het wegvallen van dit hygiëneveld te danken heeft. Zelfs het RIVM stelt kankervormen afhankelijk van de sedentaire leefstijl. De Overheid huppelt achter lokale initiatieven aan (sportdagje hier, sportmomentje daar). Zelfs het onthutsende rapport van het VerweyJonker-Instituut, wat in 2019 1,3 miljoen 0-25-jarigen met een chronische diagnose op correcte wijze turfde uit alle ZV-data werd na Kamervragen onder dit "ze doen zulke leuke dingen in het veld" uit hun verantwoordelijkheid weggedrukt. We schreven reacties op twee artikelen uit het NTvG themanummer over Preventie in december, waar bedreigende RIVM-voorspellingen over exponentiele stijging van rugklachten en artrose tot in 2040 geen enkele duiding meekregen, laat staan een kleine hint, hoe we daar preventie op zouden moeten plegen. De jeugd schreeuwt om preventie en feitelijk om beschermende maatregelen. Het is dan ook jammer te moeten ervaren dat een door ons ingediend artikel over een door scholieren voor hun PWS bedacht en uitgevoerd onderzoek bij 250 leeftijdgenoten in Deventer waar in meer dan 60 % de prodromen voor latere rugklachten en artrose, namelijk stijfheid en een slechte houding met de eenvoudige buktest werden gevonden, de acceptatie in het NTvG niet haalde. De jeugd is als verliezer de "roepende in de woestijn", maar wordt door de oplossingsgerichte geneeskunde alleen gehoord als ze met een verifieerbare diagnose op het spreekuur komen. Of anders geleidelijk in het SOLK-putje belanden. Ze zullen zelf het tij moeten keren.
Piet van Loon, orthopeed/houdingsdeskundige, Stichting Houding Netwerk Nederland