Zwemmerseczeem: intertrigo, erythrasma of een infectie met een gist of schimmel?

Onderzoek
C.C.G. Staats
B.J. Vermeer
M.J. Korstanje
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1994;138:2343-5
Abstract

Samenvatting

Doel

Nagaan welke percentages van de gevallen van ‘zwemmerseczeem’ worden veroorzaakt door tinea pedis, intertrigo, erythrasma of Candida.

Opzet

Beschrijvend.

Plaats

Afdeling Dermatologie van het Academisch Ziekenhuis te Leiden.

Methode

Huisartsen werden in het kader van een onderzoek naar de effectiviteit van een nieuw antimycoticum uitgenodigd alle patiënten met klinische aanwijzingen voor mycose aan de voet te verwijzen. In het laboratorium werd mycologisch onderzoek (kweek en microscopie) uitgevoerd.

Resultaten

In totaal werden 296 patiënten met zwemmerseczeem en 30 met voetmycose van het mocassintype verwezen. Bij 56 van de patiënten met zwemmerseczeem waren dermatofyten aantoonbaar, bij 10 was sprake van erythrasma en bij 30 kon geen oorzaak worden aangetoond. Candida speelde geen rol van betekenis. Bij zwemmerseczeem kwam infectie met Trichophyton mentagrophytes vaker voor dan bij tinea pedis van het mocassintype.

Conclusie

Zwemmerseczeem heeft meerdere oorzaken; de juiste oorzaak kan met mycologisch onderzoek worden vastgesteld. Microscopie is voor het aantonen van dermatofyten en erythrasma de gevoeligste methode.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Dermatologie, Leiden.

C.C.G.Staats, mycoloog; prof.dr.B.J.Vermeer, dermatoloog.

St. Annaziekenhuis, polikliniek Dermatologie, Bogardeind 2, 5664 EH Geldrop.

Dr.M.J.Korstanje, dermatoloog.

Contact dr.M.J.Korstanje

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties