Samenvatting
Bij iedere obductie worden uit elk orgaan kleine weefselmonsters genomen voor microscopisch onderzoek. Organen of delen daarvan worden langer bewaard (a) indien het orgaan zodanig klein is dat het in zijn geheel voor het microscopisch onderzoek moet worden gefixeerd, (b) het orgaan ingewikkelde afwijkingen vertoont die pas kunnen worden vastgesteld na fixatie of speciale bewerking, (c) het orgaan eerst gefixeerd moet worden alvorens onderzoek kan plaatsvinden (bijvoorbeeld bij hersenen). Dit betekent dat het stoffelijk overschot niet compleet wordt begraven of gecremeerd. Nabestaanden zijn niet altijd van deze gang van zaken op de hoogte, ook niet als zij toestemming voor obductie hebben gegeven. Maatschappelijke veranderingen, vooral bij de omgang met abortusmateriaal en intra-uterien overleden kinderen, vragen om nieuwe afspraken en regels voor het bewaren van organen. Nabestaanden moeten kunnen vertrouwen op informatievoorziening en op zorgvuldig beheer van het lichaamsmateriaal dat bij obductie werd verkregen.
Reacties