Zie ook het artikel op bl. 697.
De omvang van de chronisch psychiatrische problematiek in de bevolking – exclusief dementie, primaire verslaving of zwakzinnigheid – is in aantallen patiënten of cliënten beperkt, maar in termen van ziektelast omvangrijk en wat betreft de aard van de zorg en de zorgbehoeften complex en langdurig. Het gaat jaarlijks om ten minste 41.000 mensen die kampen met dergelijke problematiek en langdurig (> 2 jaar) afhankelijk zijn van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Dat is ongeveer 3,5 per 1000 van de volwassen bevolking en betreft in een gemiddelde huisartspraktijk ongeveer 9 à 10 patiënten.1 2 Het gaat echter niet alleen om mensen met chronische psychosen; de helft van hen lijdt aan affectieve stoornissen, angststoornissen of persoonlijkheidsstoornissen. Toch zijn de patiënten met een schizofrenie, verwante psychose of bipolaire stoornis (manie, psychotische depressie) wel de meest zorgbehoeftige, die ook van de huisarts de nodige aandacht vragen…
Reacties