Dames en Heren,
De 40.000 dak- en thuislozen in Nederland worden niet zelden beschouwd als irritante overlastgevers (zie ‘Aantal daklozen’ en ‘Het verschil tussen dak- en thuislozen’). Dakloos-zijn is immers een kwestie van eigen schuld, dikke bult, denkt men. In werkelijkheid zijn daklozen patiënten die kampen met complexe medische en psychische problemen waarvan de oorzaak multifactorieel is.1,2 Daklozen hebben een veel slechtere gezondheid en leven 14-16 jaar korter dan de algemene bevolking. Ook kampen ze vaker met jeugdtrauma’s en schulden, zijn ze – met name vrouwen – vaker slachtoffer van geweld en verblijven ze vaker in een ongezonde en sociaal onveilige omgeving.3 Bovendien heeft 29% een licht verstandelijke beperking.4 Aan de hand van 3 casussen laten wij zien hoe complex en veelkleurig de problematiek van daklozen is, hoe verschillend hun biografie kan zijn, en op welke manier artsen samen met collega’s en niet-medici de zorg voor daklozen succesvol kunnen aanpakken.
Patiënte A, een 56-jarige zwakbegaafde vrouw, was verschillende periodes in haar leven dak- of thuisloos. Ze kampt met ernstige COPD en hypertensie en maakte een hartinfarct en een TIA door. Ze heeft last van migraine en vergeetachtigheid en wordt periodiek geplaagd door angstaanjagende hallucinaties. Vanwege deze aandoeningen gebruikt ze een waaier aan medicijnen.
Op haar 15e liep zij weg van huis. Sindsdien werd haar leven getekend door ernstig alcohol- en cocaïnemisbruik met regelmatige terugvallen, huiselijk geweld, mishandeling en (seksueel) geweld. Verschillende periodes leefde zij op straat. Zo kwam zij op straat te staan na een woningbrand, moest zij haar huis uit toen criminelen wiet teelden in haar woning en ontvluchtte zij nog eens haar thuissituatie vanwege huiselijk geweld.
Momenteel woont ze in een achterstandswijk en maakt ze gebruik van de voedselbank. Ze heeft schulden, staat onder bewind en heeft een persoonsgebonden budget voor wekelijkse begeleiding vanuit de Wet maatschappelijke opvang…
Reacties