De effectiviteit van bisfosfonaten ter preventie van fracturen bij patiënten met osteoporose (T-score: ≤ -2,5) staat al jaren buiten kijf.1 Maar de rol van bisfosfonaten bij patiënten met osteopenie (T-score: ≤ -1,0 en > -2,5) is niet geheel duidelijk. Recentelijk liet een gerandomiseerd onderzoek uit Nieuw Zeeland zien dat het risico op botbreuken bij oudere vrouwen met osteopenie kleiner was wanneer zij enige tijd met zoledroninezuur werden behandeld dan wanneer zij placebo kregen (hazardratio (HR): 0,63; 95%-BI: 0,50-0,79; ‘number needed to treat’ (NNT): 15).2
Voor- en nadelen
Als we aannemen dat zoledroninezuur inderdaad zo effectief is voor alle oudere vrouwen met osteopenie, dan heeft dit grote implicaties voor de klinische praktijk. Meer dan de helft van de oudere vrouwen in Nederland heeft osteopenie, en binnen deze groep treedt het grootste aantal fracturen op.3 De voordelen van zoledroninezuur zijn dat de behandeling relatief weinig belastend is en dat zich doorgaans geen problemen voordoen met de therapietrouw. De keerzijde is dat de kosten van zoledroninezuur 5 mg i.v. relatief kostbaar is (€ 310), vergeleken met alendroninezuur 70 mg in tabletvorm (€ 6 voor 53 tabletten).
Hoewel deze kosten mogelijk zullen dalen met de komst van generieke zoledroninezuurpreparaten, is de impact op de totale zorgkosten enorm wanneer alle oudere vrouwen met osteopenie behandeld zouden worden met zoledroninezuur. Bovendien zullen naast de gebruikelijke bijwerkingen ook zeldzame en ernstige bijwerkingen, zoals atypische femurfracturen en kaakosteonecrose, vaker voorkomen.
Reacties