Zindelijkheid voor urine bij 1-4-jarige kinderen in de regio Eindhoven en de Kempen, in 1996 en in 1966

Onderzoek
B.E. Horstmanshoff
G.J.K. Regterschot
E.E.S. Nieuwenhuis
M.A. Benninga
W. Verwijs
J.J.J. Waelkens
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2003;147:27-4
Abstract

Samenvatting

Doel

Bepalen van de leeftijd waarop kinderen zindelijk voor urine worden en dat vergelijken met de gegevens van 30 jaar tevoren.

Opzet

Vragenlijsten.

Methode

Op basis van de bevindingen van een zindelijkheidsonderzoek in de regio Eindhoven en de Kempen in 1966 werd een vragenlijst samengesteld en op 30 consultatiebureaus in dezelfde regio uitgereikt aan ouders van kinderen in de leeftijd van 12-59 maanden, in de periode 1 maart-30 juni 1996. De resultaten werden vergeleken met die van het eerdere onderzoek.

Resultaten

Er werden van 1176 kinderen bruikbare gegevens ontvangen (respons: 65). De mediane leeftijd waarop jongens overdag zindelijk waren was in 1996 32,6 maanden en 's nachts was het 40,5 maanden; in 1966 waren zij overdag 6,7 maanden en 's nachts 7,2 maanden eerder zindelijk. De mediane leeftijd voor meisjes was overdag 29,7 en 's nachts 35,4 maanden; in 1966 waren zij overdag 8,2 en 's nachts 4,8 maanden eerder zindelijk. Factoren die samenhingen met een vroeger tijdstip van zindelijkheid, waren: vroege tijdstip waarop ouders met training begonnen, aanwezigheid van andere kinderen in het gezin, jonge leeftijd waarop kinderen naar dagopvang gingen, jonge leeftijd waarop het kind los liep. Andere factoren zoals volledigheid van het gezin, opleidingsniveau en de werkomstandigheden van de ouders lieten geen verband zien met het tijdstip waarop het kind zindelijk was. Het gebruikte soort luier was een onafhankelijke factor voor de zindelijkheid op alle leeftijden maar was alleen statistisch significant voor de 3-jarigen, zowel voor de zindelijkheid overdag als 's nachts.

Conclusie

Jongens en meisjes in de regio Eindhoven waren later zindelijk voor mictie, zowel overdag als 's nachts dan 30 jaar geleden. Diverse factoren zoals leeftijd van toilettraining, dagopvang, gezinsgrootte en soort van luier speelden hierbij een rol.

Auteursinformatie

Catharina Ziekenhuis, afd. Kindergeneeskunde, Postbus 1350, 5602 ZA Eindhoven.

Mw.B.E.Horstmanshoff, E.E.S.Nieuwenhuis, M.A.Benninga en W. Verwijs, assistent-geneeskundigen; dr.G.J.K.Regterschot, statistisch adviseur; dr.J.J.J.Waelkens, kinderarts.

Contact dr.J.J.J.Waelkens

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties