Samenvatting
Doel
Aangezien slokdarm- en maagkankerchirurgie zijn gecentraliseerd in Nederland, wordt de diagnose vaak gesteld in ziekenhuizen waar deze operaties niet uitgevoerd worden. Het doel van deze studie was om de invloed van het diagnoseziekenhuis op het krijgen van een curatieve behandeling te onderzoeken, en om het effect hiervan op de overleving te analyseren.
Opzet
Observationeel cohortonderzoek.
Methode
Patiënten met een potentieel curabel slokdarm- of maagcarcinoom dat was gediagnosticeerd in de periode 2005-2013, werden geselecteerd uit de Nederlandse Kankerregistratie. Per ziekenhuis van diagnose werd de kans op een curatieve behandeling bepaald, gecorrigeerd voor verschillen in de ‘case mix’. Ook onderzochten wij het verband tussen de kans op curatieve behandeling en de overleving.
Resultaten
13.017 patiënten met een potentieel curabel slokdarmcarcinoom en 5620 patiënten met een potentieel curabel maagcarcinoom werden geïncludeerd. Het percentage patiënten dat doorverwezen werd voor chirurgie steeg in de onderzochte periode van 42 naar 67 voor slokdarmkanker en van 6 naar 58 voor maagkanker. Na correctie voor de case-mix was er een grote variatie tussen ziekenhuizen in de kans op een curatieve behandeling voor slokdarmkanker (variërend van 50 tot 82%) en maagkanker (variërend van 47 tot 78%). Patiënten die in 2010-2013 waren gediagnosticeerd in ziekenhuizen met een hogere kans op een curatieve behandeling, hadden een betere overleving dan patiënten gediagnosticeerd in ziekenhuizen met een lagere kans (hazardratio (HR) slokdarmkanker: 1,15; 95%-BI: 1,07-1,24; HR maagkanker: 1,21; 95%-BI: 1,04-1,41).
Conclusie
De variatie tussen ziekenhuizen en het effect hiervan op de overleving duiden erop dat de besluitvorming rond de behandeling van patiënten met slokdarm- of maagkanker in Nederland voor verbetering vatbaar is. Regionaal tumorspecifiek multidisciplinair overleg kan de selectie van patiënten voor een behandeling wellicht optimaliseren.
Reacties