artikel
Enkele malen per jaar zie ik een bezorgde patiënt die verwezen wordt vanwege een te grote lever. Meestal zijn er geen klachten, maar is de lever vergroot tot in het kleine bekken. Uitgebreid onderzoek naar een leverziekte levert weinig op. In dit nummer beschrijven Annemarie C. de Vries en haar collega’s zo’n patiënt (A3652). Bij deze patiënten gaat het om een goedaardige vergroting van de rechter leverkwab. Natuurlijk draagt de bevinding een fraaie naam: ‘de kwab van Riedel’. Een ziekte? Neen, dat niet. Er wordt zelfs gesproken van een non-aandoening (‘non-disease’). Er zijn veel meer van dit soort voorbeelden. Op mijn polikliniek zie ik vaak mensen met een lichte verhoging van het ongeconjugeerde bilirubine. Ook hier is geen sprake van een leverziekte, maar hebben we er wel een naam voor, ‘de ziekte van Gilbert’. Zo kan ik nog even doorgaan: buikpijn in de onderbuik zonder duidelijke oorzaak noemen we ’prikkelbaredarmsyndroom’; zit de buikpijn in de bovenbuik en kunnen we na al ons onderzoek niets afwijkend vaststellen, dan heet het ’functionele dyspepsie’. Op deze wijze etiketteren is plezierig voor de dokter, want hij heeft ‘de diagnose’ gesteld, en ook voor de patiënt, die een legitimatie voor de klachten verwerft. Maar met de ‘ziekte’ komen ook plichten. Omwille van de ziekte mag in je geprikt worden, dien je invasief endoscopisch onderzoek toe te laten en krijg je soms een 10-rittenkaart naar de afdeling Radiologie. Er zijn ook maatschappelijke consequenties, want een aanvraag voor verzekering kan geweigerd worden of je kunt zelfs arbeidsongeschikt verklaard worden. Alleen al het label ‘ziekte’ geeft je een aparte plek in onze samenleving. Het is niet voor niets dat de discussie rond de revisie van de classificatie van psychische aandoeningen, de DSM-V (mental disorders), zo emotioneel gevoerd wordt. Immers, is de gemoedstoestand die we vandaag ‘droefheid’ noemen, morgen ‘een depressie’? Duidelijk is dat het verschil tussen ziek en gezond niet zo scherp is zoals we dat ons eigenlijk zouden wensen. Toch is het heel relevant, want met ziekte komt behandeling. Zo’n 10 jaar geleden noemden we sommige mensen met een hepatitis B-infectie een ‘gezonde drager’. Nu we medicijnen hebben worden diezelfde gezonde dragers opeens patiënten met chronische hepatitis B en moeten zij volgens de richtlijnen levenslang behandeld worden. De grens tussen ziek en niet-ziek is geen Berlijnse Muur, maar het is wel de kunst om als dokter met de patiënt de juiste kant te kiezen.
Reacties