Samenvatting
Doel
Bepalen welke mate van zelfredzaamheid en sociaal functioneren jongeren met Down-syndroom bereiken.
Opzet
Dwarsdoorsnedeonderzoek.
Methode
We vroegen ouders van een kind met Down-syndroom dat was geboren in 1992, 1993 of 1994, via de Stichting Downsyndroom een schriftelijke vragenlijst in te vullen over hun kind. De vragenlijst bevatte de gestandaardiseerde lijsten ‘Sociale redzaamheid voor zwakzinnigen’, ‘Child behavior checklist’ en ‘Vragenlijst voor inventarisatie van sociaal gedrag van kinderen’, en aanvullende vragen over achtergrondkenmerken. We vergeleken de uitkomsten van dit Nederlandse cohort met beschikbare gegevens van leeftijdsgenoten zonder Down-syndroom.
Resultaten
We verkregen de gegevens van 322 jongeren met Down-syndroom met een gemiddelde leeftijd van 18,4 jaar (uitersten: 16,8-19,9) (respons: 63%). Bijna 60% van de deelnemers beheerste basisvaardigheden van zelfstandig functioneren, zoals zichzelf verzorgen en wassen, ontbijten en ten minste 30 min alleen thuis kunnen zijn. Ongeveer 10% van de deelnemers beheerste vaardigheden als koken of betalen in een winkel. 9 van de 10 deelnemers hadden meer problemen met sociaal functioneren dan hun leeftijdsgenoten zonder Down-syndroom, met name in sociale interactie, het verwerken van informatie en het reguleren van emoties. De helft van de deelnemers had klinisch relevante gedragsproblemen.
Conclusie
De resultaten van dit onderzoek wijzen erop dat jongeren met Down-syndroom beperkte praktische en sociale vaardigheden hebben en meer gedragsproblemen dan hun leeftijdsgenoten zonder Down-syndroom. Ze zijn in het dagelijks leven in meer of mindere mate afhankelijk van anderen en hebben hun leven lang begeleiding nodig.
Reacties