Dames en Heren,
De laatste jaren worden forensisch artsen steeds vaker geconfronteerd met gevallen waarbij een persoon vermoedelijk door zelfdoding om het leven is gekomen. Soms heeft het overlijden plaatsgevonden in het bijzijn van naasten. Forensisch artsen moeten in dergelijke situaties de aard en oorzaak van het overlijden onderzoeken. Daarbij spelen conflicterende belangen: enerzijds de wens van nabestaanden en betrokken hulpverleners om het overlijden af te handelen zonder bemoeienis van de politie, anderzijds de plicht om het overlijden zodanig te onderzoeken, dat een misdrijf kan worden uitgesloten. Wij beschrijven dit dilemma aan de hand van 2 gevallen van een zelfgekozen levenseinde.
Patiënt A, een 67-jarige man, wordt door zijn huisarts aangemeld bij een forensisch arts vanwege zijn naderend overlijden. De man leed al jaren aan een pijnsyndroom, waarvan de behandeling geen verlichting gaf. Hij had zijn huisarts verteld dat hij vanwege zijn doodswens voorbereidingen aan het treffen was voor zijn zelfdoding. Hij wilde zijn overlijden in eigen regie houden, en daarom wilde hij geen euthanasie. Aanvankelijk had hij online een barbituraat besteld in het buitenland om zichzelf mee te suïcideren. Dit middel had hij nooit ontvangen, waarna hij aangifte van oplichting deed bij de politie. De huisarts heeft geprobeerd de man te ondersteunen, de behandelmogelijkheden van een eventuele depressie besproken en overleg gehad met een forensisch arts. De huisarts had ook al overlegd met de KNMG-artseninfolijn. De conclusie van dit overleg was dat de huisarts alles had gedaan wat mogelijk was en dat ze patiënt zo goed mogelijk moest begeleiden in…
Reacties