Promoveren is goed voor je persoonlijke ontwikkeling en een unieke kans om je te verdiepen, werd vaak gezegd toen ik als ANIOS werkte. In eerste instantie stond ik hier nog wat ambivalent tegenover. Werken in de kliniek beviel me goed en ik was bang dat ik het patiëntencontact en de dynamiek zou missen.
Dag in, dag uit achter je computer zitten. Jarenlang zwoegen om patiënten te includeren. Maandenlang data invoeren en ingewikkelde statistische analyses uitvoeren om de resultaten in wetenschappelijke artikelen te verwerken. Dat was mijn beeld van promoveren voordat ik er aan begon. Ik reageerde dan ook niet heel…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:B961
Vakgebied
Promotie niet voor patientendokters?
Het is vast allemaal waar wat drs. Gans betoogd in haar artikel. Maar het valt mij steeds vaker op dat promoveren zijn prijs heeft. Waar onderzoek gedaan wordt, kan geen klinische kennis en ervaring opgedaan worden. Helaas zijn deze vaardigheden niet in impactfactors en aantallen citaties te vangen. Het is dan ook moeilijk aan te geven waarom iemand "een goede dokter is". Echter, in een kleine kliniek zoals de mijne is het snel duidelijk naar wie je patiënt het liefst verwijst als je een goed oordeel van een collega wil. Ik weet niet meer van wie het citaat afkomstig is, maar er schuilt een kern van waarheid in: "Veelschrijvers zijn notoir slechte clinici". Het is maar weinigen gegeven om zowel in patiëntenzorg als in wetenschappelijk onderzoek uit te blinken.
Een deel van de artsen die onderzoek doen kijkt ook met een zeker dedain naar de dagelijkse klinische werkzaamheden, samengevat als: "Ach, zo'n perifere polikliniek en afdeling, dat heb je toch weer zo onder de knie..." Mijn ervaring is anders. En ik heb soms het gevoel dat het meer gaat om het publiceren zelf dan om het verrichten van goed wetenschappelijk onderzoek. Een substantieel deel van het gedane onderzoek eindigt dan ook in tijdschriften die nooit gelezen worden en vervolgens van een eventuele meta-analyse uitgesloten wordt. Bovendien doet een groot deel van de promovendi na het behalen van de felbegeerde dr. titel nooit meer iets met de opgedane onderzoeksvaardigheden en moet terug naar de rauwe realiteit van de dagelijkse patiëntenzorg. Ik heb wel eens de indruk dat dit voor sommigen uiteindelijk een (grote) teleurstelling blijkt te zijn.
Ondertussen is er slechts één hoogleraar die pleit voor het generalistisch opleiden van medisch specialisten, dit terwijl het overgrote deel van de dagelijkse patientenzorg bestaat uit gegeneralistische zorg.
Kan de opleiding tot arts en tot wetenschappelijk onderzoeker niet worden gesplitst? Selecteer de beste onderzoekers vroeg in de studie en val hen alleen lastig met interessante, moeilijke en nuttige onderzoeksvragen, waarbij het ene het andere niet uit hoeft te sluiten. Leid andere mensen op die uitblinken in klinische vaardigheden tot datgene wat ze later moeten worden, namelijk kwalitatief goede patiëntendokters. Dat spaart een hoop geld, tijd en energie. Bovendien voorkomt het dat mensen alleen promotie onderzoek doen om een opleidingsplaats te bemachtigen.
Met vriendelijke groet,
GJ Bonte, neuroloog.
1. Messung von Publikationsleistungen. Hacke et al., Nervenarzt 2009 - 80:1226–1238.
2. Why most published research findings are false. John P. A. Loannidis, PLoS 2005 - Vol. 2, Issue 8, e24.
3. De geloofwaardigheid van wetenschap. Lucas Mevius en Joost Zaat. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:C1649.
4. De generalist in de moderne specialistische geneeskunde. Marcel Levi. Ned Tijdschr Geneeskd. 2009;153:B47.