'Wij kunnen u wel behandelen'; communicatie met patiënten met een kieincellig bronchuscarcinoom

Klinische praktijk
B.A.M. The
G.H. Koëter
TJ. Tijmstra
H.J.M. Groen
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1996;140:2021-3

Dames en Heren,

Bepaalde vormen of vergevorderde stadia van kanker zijn niet curatief te behandelen. Behandeling is dan gericht op palliatie: het verlichten van klachten met onder meer pijnbestrijders of het geven van chemotherapie. De vraag rijst of het zinvol is patiënten chemotherapie te geven wanneer er geen afdoende hoop op genezing bestaat, maar er slechts gedurende een aantal maanden tot hooguit een paar jaar uitstel van de dood kan worden bereikt.

Tot deze categorie behoren patiënten met een kleincellig bronchuscarcinoom, een aandoening die zonder behandeling een zeer slechte prognose heeft en waarbij de patiënt in de meeste gevallen binnen drie maanden overlijdt.1 Behandeling met chemotherapie is meestal op korte termijn succesvol, maar in circa 90 van de gevallen ontstaat binnen één à twee jaar een recidief, waarop tot enkele keren opnieuw kan worden behandeld, met als gevolg dat de levensduur meestal kortdurend kan worden verlengd.

Artsen lichten hun…

Auteursinformatie

Rijksuniversiteit Groningen, Oostersingel 59, 9713 EZ Groningen.

Vakgroep Inwendige Geneeskunde, afd. Longziekten: mw.mr.drs. B.A.M.The, jurist-cultureel antropoloog; prof.dr.G.H.Koëter en dr. H.J.M.Groen, longartsen.

Vakgroep Gezondheidswetenschappen: dr.Tj.Tijmstra, medisch socioloog.

Contact mw.mr.drs.B.A.M.The

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties