Wie wil er nog auteur zijn?

Opinie
Peter W. de Leeuw
Joost P.H. Drenth
Yolanda van der Graaf
Joost Zaat
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2014;158:B1040

artikel

In het vorige week verschenen nummer van dit tijdschrift hebben wij in een commentaar aandacht besteed aan de richtlijnen van de ICMJE (International Committee of Medical Journal Editors) over auteurschap (A7602). De boodschap: om je als auteur te kunnen kwalificeren moet je aan een aantal criteria voldoen, waaronder het nemen van verantwoordelijkheid voor de hele inhoud van het artikel. Typerend voor onze tijd is helaas dat veel auteurs niet geheel, of soms geheel niet, aan deze criteria voldoen. Het enkele feit dat men patiënten selecteert voor een trial of betrokken is geweest bij de diagnostiek of therapie van een patiënt betekent nog niet dat men voldoet aan de criteria voor auteurschap als daarover gepubliceerd wordt. Waarom wil men dan toch zo graag auteur zijn? Dat heeft voor een belangrijk deel te maken met een ander fenomeen van onze tijd: publicatiedrang en citatiestress. Nog altijd hangt de carrière van een wetenschapper immers in belangrijke mate af van de impactfactoren van de tijdschriften waarin hij of zij publiceert en de frequentie waarmee zijn of haar publicaties worden geciteerd. Over deze problematiek staat in dít nummer van ons tijdschrift een commentaar van Joeri Tijdink en zijn collega’s (A7147). De boodschap: de huidige evaluatie van citatiescores en H-indexen kent tal van beperkingen en kan zelfs leiden tot manipulatie en fraude. Het leidt tot veelschrijverij en het vormt ook een goede verklaring voor het feit dat veel afdelingshoofden en onderzoeksleiders bij vrijwel elke publicatie uit hun groep als auteur genoemd willen worden, ook al voldoen zij niet aan alle door de ICMJE geformuleerde criteria. Het is dan ook toe te juichen dat het nieuwe Standard Evaluation Protocol 2015-2021 van KNAW, NWO en VSNU bij onderzoeksevaluaties meer de nadruk legt op de kwaliteit van het onderzoek en de maatschappelijke relevantie daarvan. De zogenaamde productiviteit is geen apart beoordelingscriterium meer. Ook wordt meer aandacht besteed aan wetenschappelijke integriteit, waaronder, naar men mag hopen, ook het oneigenlijke auteurschap verstaan gaat worden. Het stimuleren van vooral jongere medewerkers is immers belangrijker dan zelf altijd maar auteur willen zijn. En het klinkt wellicht wat vreemd uit de mond of de pen van redacteuren, maar ook voor de tijdschriften geldt dat wat minder publicaties ook wel eens goed kan zijn.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties