Werkgroep Neonatale Neurologie

Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:1411-6

Vergadering gehouden op 17 januari 2003 te Maastricht

R.Swarte, M.Lequin, I.Appel en P.Govaert (Rotterdam), Drie pasgeborenen met neonatale cerebroveneuze trombose die samenhing met factor-II-mutatie

Intracraniële veneuze trombose wordt zelden bij pasgeborenen gezien. Risicofactoren voor het optreden zijn onder andere; trauma, infectie, hyperviscositeit en trombofilie. In deze laatste risicogroep zijn proteïne C, antitrombine III, plasminogeenactivator-inhibitor, transmaternale antifosfolipideantistoffen en factor V Leiden bekende beschreven oorzaken van het optreden van intracraniële veneuze trombose bij pasgeborenen.1 Factor V Leiden is meer geassocieerd met intracraniële arteriële trombose. Heterozygote factor-II-mutatie (protrombine G20210A) is een bekende risicofactor voor extracraniële diepe veneuze trombose, maar is recent beschreven…

Auteursinformatie

Werkgroep Neonatale Neurologie, p/a Universitair Medisch Centrum St Radboud, afd. Kindergeneeskunde, onderafd. Neonatologie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

Dr.K.D.Liem, secretaris Werkgroep Neonatale Neurologie.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties