Vergadering gehouden op 25 maart 1995 te Utrecht
J.A.Wijnen en F.Smedts (Rotterdam), Welke cervicale intra-epitheliale neoplasie-laesie moet behandeld worden? I. Klinische aspecten
Vóór deze vraag kan worden beantwoord, dient eerst bij de individuele patiënt de betreffende baarmoederhalslaesie qua uitbreiding en ernst exact te worden gedefinieerd en moet met zekerheid de aanwezigheid van een (micro-)invasief carcinoom zijn uitgesloten.
Colposcopische evaluatie uitgevoerd door een ervaren colposcopist, waarbij zorgvuldig histopathologisch onderzoek en laesiegradering van colposcopische proefexcisies zijn inbegrepen, is hierbij een conditio sine qua non.
Welke cervicale laesies moeten behandeld worden?
De ook in Nederland veel gebruikte morfologische gradering (cervicale intra-epitheliale neoplasie (CIN)…
Artikelinformatie
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1995;139:2284-6
Vakgebied
Reacties