Onlangs werd op het Koninklijk Instituut voor de Tropen het Wereldbevolkingsrapport 1991 aangeboden aan de vaste Tweede-Kamercommissie voor ontwikkelingssamenwerking door drs.J.van Arendonk, onderdirecteur van het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA), op een bijeenkomst georganiseerd door de Stichting Wereld en Bevolking te Laren.1 Ieder jaar moeten de bevolkingsgroeiprognoses worden aangescherpt: de waarschijnlijkste prognose voor 2025 is nu met 38 miljoen uitgebreid tot een wereldbevolking van 8,504 miljard zielen in dat jaar. Het percentage mensen dat gebruik maakt van moderne geboortenregelingsmethoden steeg van 9 in de jaren zestig tot 51 vandaag de dag.1 De huidige percentages lopen echter uiteen van 70 in Oost-Azië, 60 in Latijns Amerika en 40 in Zuid-Azië tot slechts 17 in Afrika. De winst van het tegenwoordige tijdperk is dat ‘family planning targets’ onderdeel zijn van algehele ontwikkelingsstrategieën en dat de discussie over de stelregel ‘eerst sociaal-economische ontwikkeling en armoedebestrijding en dan pas geboortenregeling’ inmiddels…
Wereldbevolking, geboortenregeling en ontwikkeling
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:589-90
Reacties