Samenvatting
Doel
Vaststellen of en waarom de bedrijfsarts contact opnam met de curatieve sector aangaande werknemers met arbeidsongeschiktheid gedurende 3 maanden door lage rugpijn.
Opzet
Prospectief cohortonderzoek.
Methode
Een cohort van werknemers die gedurende 3 maanden volledig arbeidsongeschikt waren wegens rugklachten werd geselecteerd volgens gedefinieerde inclusiecriteria. Naar hun bedrijfsartsen werd een vragenlijst over de sociaal-medische begeleiding en de communicatie met de curatieve sector gestuurd.
Resultaten
De bedrijfsartsen van 300 van 467 werknemers namen deel. Bij 19 van de werknemers was er contact tussen de bedrijfsarts en de curatieve sector (56 contacten waren geëffectueerd, 14 waren voorzien). De inhoud van het contact bestond bijna altijd uit informatie-uitwisseling en minder vaak uit afstemming van het beleid. Bij bijna de helft van de werknemers vonden bedrijfsartsen de wachttijd, de duur van de behandeling en de visie van de curatieve sector belemmerend voor de werkhervatting. Psychosociale factoren zoals psychische blokkades, onvoldoende arbeidsmotivatie, privé-problemen en arbeidsconflicten werden veel minder vaak genoemd. Hoewel er in geringe mate vaker contact plaatsvond wanneer psychosociale factoren, de behandeling of de visie van de curatieve sector de werkhervatting bemoeilijkten, was er slechts significant vaker contact bij een belemmering door onvoldoende arbeidsmotivatie, passief hervattingsgedrag en de wachttijd.
Conclusie
De communicatie tussen bedrijfsartsen en de curatieve sector bij werknemers met langdurig verzuim wegens rugklachten is gering en meer gericht op informatie-uitwisseling dan op afstemming van beleid. Veel bedrijfsartsen zien de curatieve sector als belemmering bij de werkhervatting, maar zij nemen weinig het initiatief tot contact.
Reacties