artikel
Het aantal mazeleninfecties loopt sinds 2016 wereldwijd op, tot naar schatting zo’n 10 miljoen besmettingen en zo’n 140.000 doden in 2018. Inmiddels hebben meer dan 20 landen het vaccinatieprogramma opgeschort door COVID-19 en dat zal deze aantallen niet ten goede komen. Hierover stond onlangs een bericht in Nature (2020; online 9 april).
De mazelen is een ziekte die in principe heel goed beheersbaar is: het mazelenvirus heeft geen dierlijke gastheer en vaccinaties zijn effectief en goedkoop. De mazelen is echter wel een van de meest besmettelijke ziektes ter wereld: het heeft een R0, een getal dat de besmettelijkheid van een infectie uitdrukt, van 12-18. Omdat het virus zo besmettelijk is, moet minstens 92% van de bevolking gevaccineerd zijn om uitbraken te voorkomen. De vaccinatiegraad voor 1 dosis (van de geadviseerde 2) was in 2018 wereldwijd gezien 86%.
In rijke landen komen mazelenuitbraken vooral voor bij groepen die vaccinaties weigeren, maar voor arme landen ligt het probleem veelal bij de ontoereikende gezondheidszorg. Vooral Congo is zwaar getroffen. De huidige mazelenuitbraak daar begon in oktober 2018 en heeft zeker al zo’n 6500 kinderen het leven gekost, waarmee het mogelijk de grootst gedocumenteerde uitbraak in één land is sinds de beschikbaarheid van het mazelenvaccin in 1963. Volgens UNICEF had in 2018 maar 57% van de Congolese kinderen een dosis van het mazelenvaccin gekregen. Ondanks het feit dat COVID-19 ook daar langzaam oprukt, schort Congo het vaccinatieprogramma vooralsnog niet op.
In Nederland is het vaccinatieprogramma overigens maar deels opgeschort. Het RIVM adviseert de eerste dosis BMR-vaccinatie op 14 maanden wel te halen, maar de tweede op 9 jaar tot na de zomervakantie uit te stellen.
Goede modellen van de invloed van COVID-19 op mazelen zijn er nog niet, maar het moge duidelijk zijn dat de vaccinatieprogramma’s, waar mogelijk, snel weer moeten worden opgepakt.
Reacties