artikel
De 22 auteurs die wereldwijd het meeste onderzoek publiceerden, hebben de afgelopen zes maanden elk al meer dan 200 papers gepubliceerd. De geletruidrager was een auteur met meer dan 1,5 artikel per dag. Hoewel uitzonderlijk, onderstreept deze productie het belang van de vraag hoeveel wetenschappelijke artikelen we moeten willen.
Er worden meer papers gepubliceerd en subsidies toegekend dan ooit tevoren, terwijl de biomedische wetenschap juist steeds minder baanbrekend wordt. Onderzoekers slaan minder nieuwe paden in en ontwikkelen minder nieuwe concepten. Er zijn uitzonderingen, zoals de snelle ontwikkeling van covid-19-vaccins, maar een Nature-analyse van de laatste 60 jaar wetenschappelijk onderzoek laat geen twijfel bestaan over de afnemende meeropbrengst. Als een van de belangrijkste redenen wordt genoemd dat onderzoekers zich op een steeds smaller deel van de beschikbare kennis baseren. Dat is genoeg voor de eigen carrière, maar niet voor brede wetenschappelijke doorbraken.
We slaan minder nieuwe paden in en ontwikkelen minder nieuwe concepten
Deze globale trend verklaart mede waarom bijvoorbeeld van de onderzoeksuitkomsten die ZonMw recentelijk op doelmatigheid onderzocht, slechts 30% werd opgenomen in een richtlijn. Bovendien documenteren onderzoekers als John Ioannidis al jaren dat biomedisch onderzoek slecht reproduceerbaar is, en blijkt er sowieso weinig interesse voor replicatieonderzoek.
De subsidie- en publicatiedruk houden de te smalle kortetermijnstudies met een relatief lage wetenschappelijke en maatschappelijke impact in stand. Van onderzoekers mogen we dus eigenlijk geen terughoudendheid verwachten als ze, zoals epidemioloog Miettinen betoogde in de jaren tachtig, staan voor de hamvraag van hun onderzoek: is dat het wel of niet waard om deelnemers voor te werven?
Nu de overheid denkt aan bezuinigen op wetenschap is het goed om te bedenken welk onderzoek we écht nodig hebben. Wat zijn de grote vragen waar we voor staan en hoe kan onderzoek daaraan bijdragen? Deze ambitie – en niet het in stand houden van de huidige wetenschappelijke productie – rechtvaardigt een claim op grote fondsen. Als we werk willen maken van groene groei, moet maatschappelijk rendement op de lange termijn leidend zijn bij investeringsbeslissingen – juist ook in het wetenschappelijk bedrijf.
Reacties